Er is geen CSS ondersteuning. Zonder CSS is alleen de onopgemaakte HTML zichtbaar.
complotarchiveliteraturesources
Gisteren was de eerste hoorzitting over de zaak Marianne Vaatstra.
In een vorig artikel hebben we al beschreven welke blunders en inconsistenties het OM en Peter R. de V. hebben gemaakt. Dit beeld blijkt nu volkomen terecht. Er zijn vele stellingen en "bewijzen" van de "deskundigen" die niet bevestigd worden door de verklaring van Jasper S. Ook de rechter heeft er grote moeite mee, waardoor er sprake lijkt te zijn van gerede twijfel.
Als Jasper S. de dader blijkt van verkrachting of necrofilie, en/of de moordenaar van Marianne is, dan kan het niet anders zijn dan dat het OM het bewijsmateriaal ( alweer) gemanipuleerd heeft.
In ieder geval blijven er vele vragen onbeantwoord en wijzen vele "bewijsstukken" op dat er nog steeds meer te onderzoeken valt. Wat de uitspraak ook zal worden, de zaak kan nog niet gesloten worden.
De twitterberichten van NOS
Justitiespecialist Ilan Sluis volgt de rechtszaak en doet onder meer verslag via Twitter (@ilanNOS). Laten we eens kijken naar enkele cruciale uitspraken, zoals die dor Ilan werden doorgegeven:
De feiten worden voorgelezen.
-
Marianne Vaatstra ging Koninginnedag vieren in Kollum. Fietste deels met vrienden terug. Tot aan Buitenpost.
Vanaf daar fietste Marianne Vaatstra verder. De volgende ochtend werd ze gevonden, dood, in een weiland bij Veenklooster.
Marianne Vaatstra had weliswaar wat drank op, maar was niet anders dan anders, volgens haar vrienden.
Vanaf sportcomplex De Swadde ging Marianne Vaatstra alleen verder. Een paar minuten later moet zij JasperS hebben getroffen.
Verklaringen diverse getuigen worden besproken.
- Over de zoektocht van de volgende ochtend. Hoe zij de zwarte herenfiets aantroffen. De zwarte herenfiets die de vrienden van Marianne de avond er voor voor haar stalen bij station Buitenpost
-
"ik wist dat ik als dader naar voren zou komen met verwantschapsonderzoek. Mijn familie zou meedoen, zo ken ik ze"
JasperS stamelt: "Ik heb afgelopen 13 jaar meerdere malen overwogen naar politie te gaan, maar in 1999 had ik besloten mij stil te houden."
JasperS: "ik kon dat niet meer omdraaien. Moeilijke periode gezin heeft me altijd weerhouden naar politie te gaan"
JasperS over verwantschapsonderzoek: "had er zo lang mee rondgelopen, ik had niet meer moed om te zeggen: het hoeft niet, ik heb het gedaan."
JasperS: "arrestatie was niet onverwacht, maar toen het AT kwam, was dat toch nog onverwacht."
JasperS: "ik heb me daarna op advies van raadsman me eerst op zwijgrecht beroepen."
JasperS was die dag in 1999 tot 22, 23 uur aan het werk. Had enkele koeien op kalven . Nam meerdere nachten poolshoogte.
Door de koeien die op kalveren stonden, sliep hij beneden. Om zijn vrouw niet te storen. Zette de wekker normaliter om 1.30, 2 uur
Maar weet niet meer of dat die nacht ook gedaan is, die wekker zetten dus.
Er was die nacht niks loos met de koe. Was binnen 5min. klaar in de stal. Toen liep JasperS naar woonhuis. Wilde weer gaan slapen Maar bedacht zich, pakte de fiets en is gaan fietsen.
JasperS weet niet meer welke route hij fietste. "Ik was in gedachten", zegt hij
JasperS had geen standaard route die hij fietste.
Het lijkt #JasperS onwaarschijnlijk dat hij in Kollum is geweest. "Ik zocht normaalgesproken de rust,"
JasperS Ziet bij het fietspad 2 jongens onder lantaarn. "Tegelijkertijd zie ik een jonge vrouw op een fiets."
JasperS fietste zonder licht: Rechter: is dat niet raar? S: heel simpel, was oude fiets, verlichting functioneerde niet.
JasperS: "ik kwam Marianne #Vaatstra tegen ter hoogte van de sportvelden." Dat is enkele minuten fietsen van plaats delict...
JasperS: "ik zag niet meer dan dat het een vrouw was en ze blond haar had. Niet meer."
JasperS stotterend: "Vanuit het niets flitste het door mijn hoofd: jij bent van mij.
JasperS weet niet waar het vandaan kwam. Had dat soort gedachten nooit eerder gehad.
JasperS: Mogelijk had ik gedachten over worstelingen met seksualiteit. Maar zeker weet ik het niet meer.
- Rechter: dan was het meer dan een opwelling.
- JasperS: Misschien, maar ik weet het niet meer.
JasperS stapte ook wel eens op fiets naar Groningen. Bezocht dan prostituees. Maar die avond was het stress, problemen, waarom ie fietste
JasperS: ik had huissleutels mee en zakmes. Dat zat bij standaarduitrusting van bedrijfskleding. Geen geld, geen pinpas.
JasperS is achter haar aangefietst. Marianne #Vaatstra had flinke voorsprong..
JasperS: ik weet niet wat door mijn gedachten schoot. Ik was zo gefocust om haar in te halen..
- Marianne keek verschrikt achterom. Ze riep: Wie ben je? Daar heeft #JasperS niet op geantwoord, maar trok haar van fiets.
Marianne probeerde zich los te rukken
- JasperS pakte jas van Marianne #vaatstra en zag kans zijn mes te pakken.
- Rechter heeft moeite met beeld: iemand vasthouden en mes openklappen. Vraagt zich af of #Vaatstra zich niet losrukte.
- JasperS heeft gaten...zegt ie. "Ik heb moeite om mijn herinnering tot in fracties van seconden uiteen te rafelen.
Nu gaat het even over incident uit 2008 waarbij #JasperS een auto stal. Kon ie zich later ook niets van herinnerde.
Weer terug naar situatie met Marianne #Vaatstra...
JasperS: Marianne heeft mij in hand gebeten die ik voor haar mond had.
JasperS. beschrijft hoe hij zijn mes met 1 hand kon openklappen. Ik zal me even beetje inhouden. Maar #JasperS zegt dat Marianne #Vaatstra zich niet heeft verzet.
- Rechter: Marianne wees u af, beet u in de hand. Was dat niet moment om op te houden? #JasperS antwoordt ontkennend.
Rechter: u heeft fietsen netjes weggezet, anders trok u de aandacht. Er moet dus een moment van bezinning zijn geweest..
Opmerking rechter komt uit verklaring van JasperS bij psychiater.
- Advocaat Vlug maakt bezwaar. Ze zijn niet onder ede afgelegd.
- JasperS weet niet meer wat hij zei toen hij mes pakte, of hoe Marianne #vaatstra reageerde. Niet eens of ze het kon zien in 1e instantie
- Rechter: merkte u reactie van Marianne? JasperS: ze staakte haar verzet...
- JasperS heeft niet stil gestaan bij feit of hij met mes Marianne #Vaatstra kon verwonden.
Gek hoe JasperS zich sommige details heel helder, maar andere weer helemaal niet kan herinneren....
In ieder geval weet ie wel dat weiland aan Keningswei Veenklooster gescheiden was door slechts greppel en geen afrastering had
JasperS: ik moest fiets Marianne wegzetten, mijn fiets en Marianne in bedwang houden. Rechter: u had handen vol...
- De discussie gaat nu over hoe ver of dichtbij fietsen van #JasperS en Marianne #Vaatstra stonden...
- Volgens conclusies 3D team zat er een afstand van 16 meter tussen beide fietsen.
- Rechter: u loopt eindje terug naar ingang weiland.
Er is even overleg over luchtfoto's van situatie bij het weiland. Druk gefluister.
- JasperS heeft het ineens over 'mijn slachtoffer', tot nu toe noemde hij gewoon Marianne
JasperS vertelt nu waar hij 'ongeveer' slachtoffer van fiets trok. Was ter hoogte van de boomwal.
Het betreffende weiland, zonder prikkeldraad of afrastering, was puur toeval, dat ze daar terecht kwamen, zegt #JasperS
- Rechter noemt het wel een 'uniek weiland' voor een dergelijk misdrijf
- JasperS was op het moment van misdrijf in een roes. Was niet bezig met kans op ontdekking, zegt hij op vragen van de rechter.
Het gaat nu om de handelingen in het weiland. Of #JasperS Marianne #vaatstra heeft vastgebonden of niet.
JasperS zegt Marianne niet vastgebonden te hebben met haar bh. Hij weet niet hoe de knoop er in is gekomen.
Volgens #JasperS liet Marianne al zijn handelingen toe. Uit angst. "Het mes was er nog."
- Rechter houdt #JasperS de mogelijkheid voor dat Marianne #vaatstra toen al overleden was. Zou volgens deskundigen blijken
- JasperS zegt zeker te weten dat hij Marianne niet met het mes heeft geraakt in haar been
JasperS geeft toe dat hij Marianne verkracht heeft. Maar details zegt hij zich niet te herinneren.
JasperS. Na de daad sloeg de paniek toe.
JasperS. Toen kwam het besef waar ik mee bezig was. De kans op ontdekking..
Pfft, het wordt even stil hier. #JasperS huilt als hij vertelt over hoe hij Marianne in paniek doodde.
*** SCHORSING ***
- JasperS heeft in verhoren niet kunnen/willen verklargen over de toestand van Marianne #vaatstra, houdt rechter hem voor.
JasperS verklaart voor rechter dat Marianne nog leefde toen hij bh om haar keel deed. "Ik hoorde haar ademen."
- Rechter: hoe weet u dat?
- "Ademhaling vang je toch onbewust op.
- Forensisch deskundigen hebben verwondingen geconstateerd die na dood Marianne zijn toegebracht.
Rechter tegen #JasperS: men vraagt zich af of u geweten heeft dat Marianne al overleden was.
- JasperS ontduikt even vraag van rechter: "Ik blijf bij verklaring, ik heb haar van fiets getrokken, misbruikt en gedood."
JasperS: de paniek was dusdanig kort. Ik heb gehandeld zoals ik gehandeld heb, maar vraag me niet waarom.
JasperS denkt dat alles al met al 5 a 10 minuten heeft geduurd. Het was ieder geval nog donker toen hij thuiskwam
JasperS: er is communicatie geweest, maar wat er gezegd is, weet ik niet meer. Ik heb duidelijk gemaakt wat mijn bedoeling was.
JasperS: maar dat is mijn conclusie van wat er gebeurd moet zijn, geen herinnering.
- Rechter wordt stekelig. Hij vindt t vreemd dat #JasperS t een wel, het ander niet herinnert. "U weet zeker dat u niet iets uit de weggaat?"
- Details lijken moeilijk. Waarom #JasperS mes uiteindelijk pakte, bijvoorbeeld. Hij zwijgt en zegt alleen maar: "Ik weet het niet."
#JasperS gooide het mes niet weg omdat hij 'zuinig is op zijn spullen'. "Ik had dat zakmes altijd bij me."
#JasperS dacht ook dat het op zou vallen als dat zakmes net weg was als Marianne gevonden zou zijn. "Mjin vrouw en vader zouden dat merken."
#JasperS gooide t ook later niet weg: "Als een soort waarschuwende herinnering. Al zou ik t nooit vergeten. Zo oud word ik niet."
#JasperS: met aankondiging verwantschapsonderzoek had ik kunnen vluchten. Naar Zuid-Amerika kunnen gaan. Is niet in me opgekomen.
#JasperS Dat er dna op het mes kon zitten, maakte me ook niet meer uit. Rechter: u wilde bekennen? #JasperS Dat was opluchting
Achteraf hield #JasperS het mes misschien ook wel om gepakt te worden, zegt ie. Dat vindt rechter een logischer verklaring dan zuinigheid.
Het blijft in de lucht hangen.
- Waarom verzette Marianne zich niet? Atypisch noemt de rechter dat.
Voedt gedachten dat ze al buiten...bewustzijn was, zegt rechter.
- JasperS: Er hebben 4 teams onderzoek gedaan, maar niemand is er bij geweest.
- Rechter: maar u weet het niet
- Details zijn nu even zodanig dat ik enige discretie betracht.
- Nu gaat het over de rugzak van Marianne, met de aansteker er in. Die kent #JasperS niet. Ook niet in handen gehad, zegt ie.
Een haar van #JasperS werd gevonden tussen het klepje van de aansteker.
#JasperS heeft politiefoto's Marianne uit dossier niet willen zien.
- Advocaat Vlug vraagt er begrip voor. "Was ook uit pieteit met Marianne"
- Hoe het ook is, details, of waarom hij bepaalde handelingen verrichtte,
JasperS zegt het allemaal niet meer te weten...
Feitenbehandeling wel zo'n beetje afgelopen.
*** PAUZE ***
Straks komen de verklaringen van nabestaanden Marianne #Vaatstra. Zijn er 4. Komt na een pauze
Sommige verklaringen zullen in het Fries zijn. We gaan verder, met slachtofferverklaringen.
- Bauke #vaatstra begint...
Bauke #Vaatstra: ik heb haar gevonden, ik heb haar bij de vingers gehad en heb gezegd: lieverd wat ben je koud. De hele wereld stond stil
JasperS is de eerste die dit kan. Dit misdrijf plegen omdat zijn kop leeg moet, zegt Bauke
Maar goed, we moeten verder. Ik hoop dat u er voor ons uithaalt wat er in zit, zegt Bauke Vaatstra tegen rechter...
- Nu de zus: Het is verschrikkelijk te bedenken wat er is gebeurd: "Famke, famke, wat heb je toch een doodsstrijd gehad."
We hebben de begrafenis geregeld op de automatische piloot. Daar lag ze, onze lieve kleine meid met haar krullende haar.
Er is zoveel gebeurd die veertien jaar. t heeft pijn gedaan hoe er soms over haar werd gesproken. t was gewoon mijn kleine zusje
't Heeft veel gekost, maar wat het me niet mag kosten is mijn hoop voor de toekomst. Dat het recht zal zegevieren. Zus
- Namens moeder Vaatstra. "Ik hoor haar nog zeggen: mam, je moet meer lachen, want het leven is toch mooi?"
- Zus Marianne: Ik hoor dat het zo'n goede vader is. Het zal je vader maar wezen.
- Weer even een kleine twitterpauze... Ga zo op #NOS #radio1 nog even bijpraten over deze dag van rechtszaak
*** MORGEN VERDER ***
De twitterberichten van NUJIJ.nl
Redacteur Joost Nederpelt volgde ook de rechtszaak en doet alsvolgt verslag:
- [09:39] De feitenbehandeling gaat nu beginnen in de rechtszaal. De rechter heeft eerst wat huishoudelijke mededelingen gedaan.
- [09:44] De rechter beschrijft wat er aan het moment dat Marianne Vaatstra werd vermoord voorafging. En komt nu bij het moment dat Vaatstra wordt aangetroffen.
- [09:51] De rechter beschrijft enkele eigenschappen van Marianne Vaatstra. Ze was iemand die niet bang was uitgevallen, wist haar mond wel te roeren. Wel was Vaatstra volgens haar vader bang in het donker.
- [09:53] 'Ik kan mij niet voorstellen dat zij zich zomaar heeft laten overrompelen', verklaarde haar broer destijds.
- [09:55] De rechter vraagt aan Jasper S. wat hij dacht toen bekend werd dat er een dna-verwantschapsonderzoek zou komen.
- [09:56] S. spreekt voor het eerst en zegt dat hij toen wist dat het doek voor hem ging vallen. S. zegt dat hij de afgelopen 13 jaar meerdere malen heeft overwogen om naar de politie te gaan.
- [09:57] 'Iedereen heeft intussen kunnen zien wat een ophef het teweeg heeft gebracht. Ik heb in 1999 besloten om mij stil te houden. Mijn daad heeft de familie Vaatstra in het verdriet gestort.'
- [09:58] 'Ik kon de zaak niet terugdraaien en heb toen besloten dat ik mijn familie dat wou besparen.'
- [09:59] 'Ik heb twee kinderen, die gingen een moeilijke tienerperiode tegemoet. Een ouder in de gevangenis maakt het dan nog veel moeilijker. Ik zie nu zelf hoe moeilijk dat is. Dat heeft me er altijd van weerhouden om mijzelf aan te geven.'
- [10:00] S. spreekt langzaam en is duidelijk geëmotioneerd.
- [10:01] S. zegt dat zijn aanhouding toch onverwacht kwam, hoewel hij wist dat het na het dna-onderzoek kon gebeuren. 'Er is mij destijds niet gevraagd of ik wilde bekennen', zegt S.
- [10:03] Nu wordt de avond van 30 april van Jasper S. behandeld. S. was tot ongeveer tien uur de koeien aan het melken.
- [10:05] 'Toen ben ik het woonhuis ingegaan. Daar heb ik brood klaargemaakt, koffie gedronken. Toen heb ik de krant doorgelezen. Toen was het al snel twaalf uur.' 'Mijn vrouw is toen naar bed gegaan. Ik zou beneden slapen vanwege een koe die moest kalven.'
- [10:07] 'Ik ben eerst gaan slapen. Op een zeker moment, waarschijnlijk half twee, liep de wekker af en ben ik naar de stal gegaan. Pin mij niet vast op tijdstippen.'
- [10:07] De rechter houdt S. verklaringen uit het politieverhoor voor. Hij zegt zich de tijdstippen niet te herinneren. De rechter twijfelt daaraan.
- [10:08] S. weet zeker dat hij nog even heeft geslapen.
- [10:09] 'Ik sta op en trek mijn werkkleren aan en ga naar de stal om polshoogte te nemen bij die bewuste koe. Daar was niets loos mee, dat duurde niet langer dan vijf minuten.' 'Toen ben ik weer richting huis gelopen, met de intentie om de nacht voort te zetten. Ik heb toen echter mijn fiets gepakt en ben gaan fietsen.'
- [10:10] S. weet niet meer welke route hij heeft gefietst. 'Geen idee, je kunt heel veel kanten op. Ik was in gedachten. Ik heb het niet in mij opgenomen.'
- [10:11] Het is inmiddels dus 1 mei, omstreeks 02.00 uur in de nacht. De rechter trekt het gebrek aan herinneringen bij S. in twijfel. 'U zei dat u nog elke dag aan Marianne denkt.'
- [10:12] 'Ik heb gaten in mijn geheugen,' zegt S. 'Ik fietste bijna nooit dezelfde route.'
- [10:13] S zegt dat hij naar het oosten is gefietst, richting Kollum. 'Daarna ben ik het kwijt.'
- [10:15] Het lijkt S. onwaarschijnlijk dat hij in Kollum is geweest.
- [10:16] Nu wordt het moment beschreven waarop S. Marianne Vaatstra tegenkwam. 'Ik keek naar twee jongens verderop, toen kwam mij opeens een jonge vrouw tegemoet.'
- [10:18] S. fietste zonder licht. Hij zegt wel vaker 's avonds rond te fietsen. 'De dagen vullen zich met werk en er is weinig ruimte voor ontspanning.' De rechter vraagt of het niet raar is om 's avonds zonder licht te fietsen.
- [10:20] 'Ik fietste puur om mijn hoofd leeg te maken. Er was wat spanning tussen mij en mijn vader. Overdag kom je er niet aan toe om alles op een rijtje te zetten', zegt S. 'Dat was de enige reden waarom ik mijn fiets pakte.'
- [10:22] S. kwam Marianne tegen ter hoogte van de sportvelden. Vaatstra had ook geen licht op haar fiets. 'Het zicht was niet bijster goed, want er staan redelijk grote bomen naast het fietspad. Die werpen aardig schaduw op de weg. Ik heb haar niet aan zien komen.' 'Ik zag niet meer dan dat het een vrouw was toen ik haar passeerde.'
- [10:23] 'Vanuit het niets flitste toen door mijn hoofd 'jij bent voor mij'.'
- [10:24] S weet niet waar dat vandaan kwam. 'Ik had dat nog nooit gehad, en ik heb ook nooit meer gehad.' 'Ik kan het zelf ook niet plaatsen', zegt S.
- [10:25] S. geeft toe dat hij vanaf dat moment seks met Vaatstra wilde. 'Dat klopt'
- [10:26] 'Er is op dat moment ergens een knop omgegaan bij mij. Mijn geweten is uitgeschakeld. Hoe en waarom weet ik niet.'
- [10:27] S. worstelde met dilemma's over seksualiteit. Hij bezocht ook prostituees. 'Ik weet niet meer of ik daar tijdens het fietsen aan dacht. Dat zou kunnen.'
- [10:29] S. fietste 's nachts weleens naar Groningen om daar een prostituee te bezoeken. 'Was er die nacht ook geen sprake van seksuele frustratie?' vraagt de rechter. 'Ik ben die nacht niet met die gedachte op de fiets gestapt.', verklaart S.
- [10:30] Volgens S. was er sprake van stress over praktische dingen. De drukte op zijn bedrijf viel hem zwaar.
- [10:32] 'Ik sliep die nacht beneden. Er was dus geen contact geweest tussen mij en mijn vrouw. Zij is terwijl ik de krant aan het lezen was naar boven gegaan. De kans dat er seksuele stress was is dus niet groot.' 'Die seksuele stress was latent aanwezig', zegt S.
- [10:33] 'Mijn zakmes zit standaard in mijn werkkleding. Die kleding had ik aan toen ik op de fiets stapte.'
- [10:34] S. fietste achter Vaatstra aan, die vrij snel fietste. Hij volgde haar door een tunnel. Hij had nog steeds de gedachte 'die is voor mij', bevestigt S.
- [10:36] 'ik weet niet meer wat er door mij heen ging. Ik was zo gefocust om haar in te halen' S. haalde Vaatstra in. 'Ik fiets heel dicht naast haar, ik pak haar vast en ik rem af. Ik probeer ons tot stilstand te krijgen en trok haar van haar fiets af.'
- [10:37] 'Marianne keek verschrikt achterom en vroeg wie ik was. Ik reageerde niet. Ik heb haar vastgepakt. Zover ik mij kan herinneren heb ik mijn hand voor hand gelegd, al fietsend. Ik heb toen geremd om de snelheid eruit te krijgen. We zijn half struikelend tot stilstand gekomen. Fietsen vielen.
- [10:38] 'Ze heeft zich toen geprobeerd los te rukken en daar is ze niet in geslaagd. Ik heb haar ook bij haar jas vastgepakt. Ze wilde wegrennen.
- [10:39] 'Ik heb toen tijdens de worsteling kans gezien om mijn zakmes te pakken. Ik had haar toen met één hand vast bij haar jas. Toen kon ze schreeuwen, maar dat heeft ze niet gedaan.'
- [10:40] 'ik pakte mijn mes in een reflex, misschien had ik onbewust de gedachte dat ik haar niet in bedwang zou kunnen houden. Ik klapte het mes open, hoe kan ik me niet herinneren. Dat moet ik met één hand hebben gedaan. Dat heb ik weleens vaker gedaan.'
- [10:41] 'Ik fietste niet met een geopend zakmes in mijn zak rond. Wat mij beziggehouden heeft vanaf het moment dat ik me omdraaide weet ik niet.' S. kan zich niet herinneren of Marianne heeft geprobeerd om zich los te rukken.
- [10:43] De rechter kan zich niet voorstellen dat ze niet heeft geprobeerd om zich los te rukken.
- [10:44] De rechter haalt het moment aan in 2008 toen S. werd aangehouden toen hij aan het joyriden was.
- [10:46] Hij kwam van een vergadering een fietste langs bedrijven van een aantal collega's. Daar heeft hij een auto meegenomen. S. besefte pas wat er aan de hand was toen hij aangehouden werd. S. had daar destijds geen verklaring voor.
- [10:46] Advocaat Jan Vlug interrumpeert. Hij is het niet eens met de lezing van de rechter.
- [10:47] Volgens Vlug heeft S. zowel bij de psychiater en de politie hetzelfde verklaard. Daar wordt door de rechter aan getwijfeld.
- [10:51] De politieverklaringen van het joyriding-incident uit 2008 komen volgens S. niet overeen. Het discussiepunt is of er bij S. sprake zou zijn van een dissociatieve fugue.
- [10:52] Het verhoor gaat terug naar 1 mei 1999, de worsteling tussen S. en Vaatstra. 'Ze heeft me gebeten toen ik mijn hand voor haar mond had. Ook dat kan de aanleiding zijn geweest voor mij om het mes te pakken en het op haar keel te zetten.'
- [10:53] De rechter vraagt of hij de handgreep kan laten zien waarmee hij met één hand zijn herdersmes moet hebben geopend.
- [10:55] De fietsen werden volgens de rechter 'min of meer keurig' weggezet. De rechter vraagt hoe S. dat heeft gedaan. 'Die zouden de aandacht trekken', zegt S.
- [10:56] 'Dat was geen afgewogen besluit', zegt S. 'Niets was afgewogen. Als ik zaken had afgewogen, was ik nooit achter Marianne aangegaan.'
- [10:57] 'Ik heb de fietsen aan de kant gezet met één hand. Met de andere hand had ik Marianne vast. Ze probeerde niet om los te komen, want ik had haar bedreigd met het mes. Ik zette het mes op haar keel en dat heeft blijkbaar indrukt gemaakt.'
- [10:58] De rechter vraagt of de worsteling toen was afgelopen. 'Ja dat klopt.'
- [10:59] De rechter kan dat moment moeilijk plaatsen. Hoe kan het zijn dat het opeens was afgelopen en dat ze zomaar is meegelopen. S: 'Ze heeft het verzet denk ik opgegeven toen ik haar had bedreigd.'
- [11:00] 'Ik heb die fietsen aan de kant gezet en ondertussen Marianne onder controle gehouden. Toen had ik het mes niet meer in mijn hand.'
- [11:01] S. had geen andere middelen bij zich. 'Ik had geen touw bij me.'
- [11:02] S. zegt geen herinneringen te hebben aan wat er vervolgens gebeurde. 'Ik heb daar diep over nagedacht.'
- [11:04] S. zegt de omgeving goed te kennen en het weiland tot op zekere hoogte. 'Ik was nooit eerder in dat weiland geweest.'
- [11:05] De rechter vraagt of er bij S. niets is geknapt toen Vaatstra zich door middel van het bijten van hem afwees.
- [11:06] 'Het was duidelijk dat zij u op dat moment niet moest. Pakte u het mes om haar onder controle te houden, of was dat om een andere reden?'
- [11:10] Advocaat Vlug heeft moeite met het feit dat de rechter S. de verklaringen van de psychiater voorhoudt. Volgens Vlug zijn dit geen officiële verklaringen. 'Het geeft een heel ander beeld van mijn cliënt en dat is voor niemand wenselijk.'
- [11:11] De rechter vraagt wat S. heeft gezegd toen hij Vaatstra met een mes bedreigde. S. kan zich dit niet herinneren en kan zich ook niet herinneren of Marianne er wat over gezegd heeft.
- [11:12] Volgens S. kwam er toen wel een verandering in haar gedrag. 'Ze staakte haar gedrag, dus ze moet het mes wel hebben gezien.'
- [11:15] S. herhaalt dat hij nooit in eerder in het weiland was geweest waar hij Marianne vermoorde. 'Ik weet dat het daar ligt, van fietstochten. Ik kijk toch om me heen als ik aan het fietsen ben.'
- [11:16] S. zegt er zeker van te zijn dat Marianne het mes op haar keel gevoeld moet hebben. 'Het was een moment. Wij zijn daar niet minuten aaneen aan het worstelen geweest.'
- [11:18] Nu wordt S. gevraagd hoe hij het weiland met Marianne inkwam. 'Er zat slechts een greppel tussen het weiland en het fietspad. Er zat geen afrastering tussen.' De rechter zegt dat de fietsen daar niet precies stonden.
- [11:19] 'In mijn herinnering zat er niet meer dan 5 meter tussen', zegt S. Uit het 3D-rapport blijkt dat dit 16 meter moet zijn geweest, reageert de rechter. 'Wat was de reden om zo ver nog te lopen', vraagt de rechter.
- [11:20] 'Los van die afstanden; het ene weiland had een afrastering, de andere niet.'
- [11:22] Volgens de rechter moet er nog 16 meter gelopen moeten zijn tussen het moment dat S. de fietsen wegzette en het moment dat hij het weiland inliep met Marianne. 'Dat heeft geen reden', zegt S.
- [11:24] De afstanden in het rapport van het 3D-team worden nu nader bestudeerd. De rechter vindt de afstanden tussen de fietsen en de plek waar S. het weiland inging onverklaarbaar groot.
- [11:30] 'Ik heb ter hoogte van de boomwal waarlangs wij het weiland zijn ingelopen mijn slachtoffer van de fiets getrokken', zegt S. 'Ik heb de fietsen toen weggezet, en daarbij zijn we een paar meter doorgelopen. Ik ben toen, met Marianne aan mijn hand, teruggelopen. Daarmee kom je redelijk op de 7 meter die ik me herinner.'
- [11:31] Rechter: 'Hoe komt u nou bij een weiland uit, als je iets wilt doen wat het daglicht niet kan verdragen, bij een weiland dat daar zo geschikt voor is?'
- [11:32] 'Dat is puur toeval', zegt S. 'Ik wist niet dat er geen prikkeldraad rondom dat eiland zat. Dat heb ik toen geconstateerd. Ik heb om mij heen gekeken en zag toen dat ik het weiland zo in kon.' Volgens de rechter lag de fiets van S. daar vrij ver vandaan.
- [11:34] De rechter blijft het vreemd vinden dat S. precies wist waar hij het weiland in kon en daar kennelijk naar toe is gelopen. S: 'Dat is puur toeval'.
- [11:35] S: 'Ik wist niet dat er in dat weiland een boomwal was. Het doel was een plek dusdanig ver van het fietspad dat wij niet ontdekt zouden worden. Ik heb het al fietsend vaak genoeg bekeken, maar niet bewust in mij opgenomen.'
- [11:37] Rechter: 'U gaat een weiland in, met het idee om seks te hebben. Heeft u nagedacht over een eventuele ontdekking?' S: Nee. Ik heb in een roes alles beleefd. Ik was daar helemaal niet bezig.'
- [11:38] Rechter: 'heeft u nagedacht over een eventuele zwangerschap?' S: 'Nee.'
- [11:39] De rechter vraagt naar de reactie van Marianne toen ze het weiland inliepen. Ze moet geweten hebben dat de situatie slecht ging aflopen. S: 'Ik kan mij dat niet herinneren. Ik heb stinkend mijn best gedaan om me dat voor de geest te halen. Het lukt me niet.'
- [11:41] S kwam met Marianne aan bij de dwarswal. 'Ook dat was toeval, maar ook een ideale plek.' 'Als ik bij vol bewustzijn ben, dan doe ik zoiets niet', zegt S op de vraag of hij op dat moment helder van geest was.
- [11:43] S. weet niet meer hoe Marianne er op dat moment aan toe was. 'De lichtsituatie was op dat moment bijna hetzelfde als op het fietspad.'
- [11:44] S. zei tegen Vaatstra: 'Stop maar, ho maar, zo zijn we ver genoeg.' 'Zij klopte', zegt S. Hij weet niet meer of hij dat in het Fries of in het Nederlands zei.
- [11:45] Het is net of de handelingen die ik verricht heb mij beter bijgebleven zijn dan de reacties van zowel het slachtoffer als van mij', zegt S.
- [11:46] 'Marianne moest op mijn bevel haar jas uitdoen', zegt S. 'Dat deed ze. Het mes had ik inmiddels al weer in mijn hand.'
- [11:47] 'Het is haar duidelijk geworden dat ik seks wilde. Dat heb ik hoogstwaarschijnlijk ook tegen haar gezegd.'
- [11:48] S. ontkent dat er een deal is gesloten: seks tegen vrijlating. 'Dat is niet gebeurd.' 'Ze ging op haar knieën zitten omdat ik een mes in mijn hand had. Ze was onder mijn bedreiging.'
- [11:49] 'Ze moest mij oraal bevredigen. Dat heeft ze ook gedaan. Dit gebeurde ook onder dwang.'
- [11:50] Had u een plan?, vraagt de rechter. 'Ik weet niet wat ik had. Ik ben niet weggegaan met een plan. Het geheel heeft zich ontwikkeld zoals het zich ontwikkeld heeft.' 'De vorm waarop ik seks wilde hebben heeft zich ontwikkeld', zegt S.
- [11:51] 'Ik was met orale seks bekend', zegt S. 'Het is bij de prostituees ook standaardprocedure dat het daarmee begint.'
- [11:52] 'Wat er allemaal door me heen ging, dat kan ik me al 14 jaar bar slecht herinneren.'
- [11:53] 'ik had haar vast bij haar haar en hoofd. Met mijn andere hand had ik het mes vast.'
- [11:55] De rechter vraagt S. of hij haar niet toch heeft vastgebonden. Daar waren de sporen op het lichaam ook naar. Er is niet duidelijk waar haar handen waren. S. heeft haar niet met de dood bedreigd. 'Dat ligt niet in mijn aard.'
- [11:56] Volgens de rechter is er iets met haar polsen gebeurd. S; 'Ik heb tijdens de verhoren verklaard dat ik Marianne tijdens de vaginale seks vast had bij haar polsen. Haar armen waren toen gestrekt boven haar hoofd.'
- [11:57] S weet niet waarom ze haar armen in die houding had.
- [11:58] S zegt Marianne vervolgens dat ze op moet houden met de orale seks en op haar jas moet gaan liggen. 'Ze had kleding aan, maar ik kan me niet meer herinneren wat', zegt S. 'Ik ben naast haar gekrield en begonnen haar van haar kleding te ontdoen, met behulp van mijn mes.' S weet niet meer waarom hij zijn mes daarvoor gebruikte.
- [11:59] De rechter vraagt waarom S. Marianne niet gevraagd heeft om zich uit te kleden. 'Dat kan ik me niet herinneren.'
- [12:01] 'Ze lag en ik heb dat mes in mijn hand. Verder weet ik het niet.'
- [12:03] Marianne was ongesteld en heeft zelf haar tampon verwijderd. Haar 'medewerking' in het hele proces kan de rechter niet rijmen met het feit dat S. de kleding heeft losgesneden. 'Ik ben bang dat er geen lampjes meer gaan branden', zegt S. 'We hebben het tijdens de verhoren uitgebreid hierover gehad.'
- [12:06] 'Die BH moest af omdat ik aan haar borsten wilde zitten. Dat hoort bij de normale seksuele beleving.'
- [12:07] De rechter vraagt waar het mes op dat moment was. 'Ik neem aan dat ik het nog in een van mijn handen had.'
- [12:09] 'Het lijkt ontzettend of uw haar heeft vastgebonden', vraagt de rechter. 'U mag vinden wat u vindt', reageert S.
- [12:10] 'Ik heb mijn slachtoffer niet aan de polsen gebonden met de BH.'
- [12:11] Advocaat Vlug aan het woord: 'Als iemand op de grond ligt is het heel lastig om diens kleding uit trekken. Als je het mes dan toch al je in hand hebt, kan ik me goed voorstellen dat je die daarvoor gebruikt. Dat is zo gebeurd.'
- [12:12] 'Als je iemand op de grond wil houden én uit wil kleden; ik geef het u toe doen'
- [12:14] De rechter merkt op dat Marianne geen verzet meer toonde en zet daarmee zijn vraagtekens bij de reactie van Vlug. 'Hij hoefde haar niet in bedwang te houden.'
- [12:16] 'Ik kan me de volgorde niet helemaal meer herinneren', zegt S, Hij is van haar borsten naar haar kruis gegaan met zijn handen en heeft vervolgens haar broek uitgetrokken. De rechter merkt op dat ze schoenen aan had. 'Ik weet ook niet meer hoe dat is gegaan.'
- [12:18] Foto's van het lichaam van Marianne brachten herinneringen terug bij S. 'Ze had één been uit haar broek. Die heb ik uitgetrokken, over haar schoen. Marianne lag op dat moment op haar rug. Ze liet dit toe.' 'Het mes was er nog, dus ze was angstig.'
- [12:20] S. vervolgt: 'Op dat moment heb ik haar slipje doorgesneden.' De rechter vraagt waarom hij dat op die manier heeft gedaan en of hij Marianne heeft geraakt met het mes. S kan het zich niet herinneren.
- [12:22] 'Ik heb die kleding eerst naar me toe getrokken en toen doorgesneden. Ik heb haar zeker weten niet geraakt.' De rechter vraagt waarom hij dat zeker weet als hij zich zo veel niet meer kan herinneren.
- [12:24] Rechter: 'U snijdt haar slipje door, en toen?'
- [12:25] 'Toen heb ik mijn mes aan de kant gelegd. Die had ik haar niet meer nodig omdat ik haar bij haar polsen vast had.' 'Toen ben ik op haar gaan liggen en bij haar binnengedrongen.' S. weet wederom niet hoe Marianne op dat moment reageerde.
- [12:28] S; 'Ze gaf aan dat ze ongesteld was en heeft voor dat ze mij oraal bevredigde haar tampon verwijderd. Ze stond toen nog. Ik heb me erover verwonderd dat die tampon nooit aangetroffen is.'
- [12:29] De rechter vraagt S. of hij die tampon niet heeft meegenomen. 'Dat is echt niet zo', reageert hij.
- [12:34] Er was tijdens het onderzoek sprake van mogelijke anale verkrachting. 'Ik ontken dat dat is gebeurd', zegt S.
- [12:36] S. raakte na de verkrachting in totale paniek. De rechter vraagt waarom. 'Op een bepaald moment was die roes weg, net als met die politieauto in 2008. Ik kan niet precies aanduiden of dat nou kwam door de seksuele bevrediging, maar ik begon wel te beseffen waar ik mee bezig was.'
- [12:37] 'Ik dacht aan mijn gezin en aan de ontdekking, wat dat teweeg zou brengen. Dat schoot allemaal door me heen. Ik was volslagen in paniek op dat moment.' 'De paniek sloeg toe na het klaarkomen.'
- [12:38] Rechter: Er ligt een meisje in het gras en u denkt aan uw gezin. S: Ik heb geen afweging gemaakt, het was secondewerk.' 'Ik heb haar toen omgedraaid. Daar hoefde ik geen moeite voor te doen', zegt S. De rechter stelt dat Marianne nog maar één angst moet hebben gehad, voor wat zou komen.
- [12:39] S. barst in tranen uit en komt moeilijk uit zijn woorden.
- [12:40] 'In die paniek heb ik haar omgedraaid. Ik hem om me heen gegrepen en het eerste gepakt wat ik aan kon grijpen. Dat was haar BH. Die heb ik om haar hoofd gelegd en aangetrokken. Dat heeft maar heel kort geduurd. Ik hoorde haar nog ademen.' 'Op hetzelfde moment heb ik mijn mes gepakt en toen heb ik haar keel doorgesneden.'
- [12:41] De rechter vraagt of hij dit drie keer heeft gedaan. S: drie keer ja. S. zit met zijn hoofd in zijn handen en is zwaar geëmotioneerd.
- [12:43] De rechter schorst de zaak tot 13.45.
*** SCHORSING ***
- [13:48] Goedemiddag. De rechtszaak tegen Jasper S. gaat verder.
- [13:49] De rechter vraagt aan Japser S. of hij zeker wist dat ze nog leefde tijdens de verkrachting. S: 'Ik herinner mij dat ik haar heb horen ademen, op het moment dat ik haar BH nog om haar keel had.'
- [13:50] De rechter blijft zijn vraagtekens zetten bij het feit dat S. niet meer weet hoe Marianne reageerde op de situatie.
- [13:51] 'Toen ik klaar was, leefde Marianne nog. Dat weet ik gewoon.'
- [13:52] 'Hoe weet ik of iemand nog leeft? Als ik naar mijn raadsman kijk, ook al beweegt hij niet, dan weet ik toch dat hij leeft. Ademhalingen en dergelijke, dat soort zaken vallen toch onbewust op.'
- [13:56] 'Zou het kunnen dat Marianne buiten bewust zijn was?', vraagt de rechter. 'Dat zou kunnen', zegt S. 'Dat is mij niet opgevallen.' De rechter merkt vervolgens op dat S. Marianne vrij makkelijk kon omdraaien voordat hij haar wurgde. De rechter kan zich niet voorstellen dat Marianne zich niet op enig moment verzet heeft. Ze had op dat moment niets meer te verliezen, merkt hij op.
- [13:58] 'Er is niet meer gebeurd dan dat ik verklaard heb', zegt S. 'Dat kunt u niet zeggen, want u herinnert zich grote delen niet', reageert de rechter. S: 'Ik blijf bij mijn verklaring. Ik heb haar van haar fiets gerukt, haar misbruikt en om het leven gebracht. Verder heb ik geen buitensporige dingen gedaan.'
- [14:00] S. zegt dat hij niet meer weet hoe lang het allemaal duurde. 'Het is in mijn beleving een kort stukje film.'
- [14:01] 'Ik weet alleen dat ik in paniek gehandeld heb en dat er geen tijd was voor overwegingen of overleg.'
- [14:02] De rechter vraagt waarom S. Marianne van achteren heeft gewurgd. 'Dat weet ik niet. Ik heb gehandeld zoals ik gehandeld heb. Als ik terug ga naar 2008, toen sloeg de paniek ook toe en ben ik voor de politie op de vlucht gegaan. Dat is niet rationeel denken.'
- [14:03] Weet u waarom u drie keer gesneden heeft?, vraagt de rechter. 'Nee', reageert S.
- [14:04] De rechter gaat nu terug naar de tampon en wat daarmee is gebeurd.
- [14:06] De rechter stelt dat over de tampon communicatie moet zijn geweest tijdens het lopen door het weiland. Volgens S. is deze op het plaats-delict verwijderd.
- [14:07] S. zegt verder zich niet te kunnen herinneren wat er tussen hem en Marianne is besproken.
- [14:09] 'Er is communicatie geweest, dat moet zo zijn. Maar vraag mij niet wat en hoe. Op enig moment heb ik haar duidelijk gemaakt wat mijn bedoeling was. Zij heeft daar op gereageerd door te zeggen dat ze ongesteld was, althans, dat is mijn conclusie van wat er gebeurd moet zijn.'
- [14:11] De rechter stelt dat S. toch meer moet weten, ook afgaande op de politieverhoren. 'Wat u doet is het ene wel herinneren en het andere niet. Dat zou kunnen, maar ik moet toch weten waar de scheiding ligt. U heeft zich in het verhoor de strekking van een opmerking van Marianne over haar tampon herinnerd en nu weet u niet meer waar dat over gaat.'
- [14:14] S. geeft weer aan dat hij herinnert dat die opmerking door Marianne gemaakt moet zijn. 'Maar dat wil toch niet zeggen dat ik me de rest van het gesprek voor de geest kan halen?' De rechter gaat door naar een ander onderwerp.
- [14:15] Het gaat om het moment waarop Jasper S. de BH om de nek van Marianne heeft gebonden en het omslagpunt waarop hij besloot zijn mes uit het gras te pakken. 'Dacht u dat het niet ging lukken met de BH?', vraagt de rechter. S. blijft even stil en is weer geëmotioneerd.
- [14:17] 'Ik heb gewoon vanuit die paniek, een tijdsbestek korter dan een minuut... Ik hoorde haar ademen en het mes gepakt. Het verwurgen heeft maar heel kort geduurd. Het snijden volgde heel kort daarop.'
- [14:18] De rechter vraagt of de verwurging niet vóór de verkrachting plaats moet hebben gevonden, omdat hij nog steeds rekening houdt met de mogelijkheid dat Vaatstra al overleden was tijdens de verkrachting. S. ontkent dit.
- [14:19] Nu komt het mes aan bod. 'Dat willen daders altijd zo snel mogelijk kwijtraken. Dat heeft u 13 jaar lang bij u gehouden. S: 'Mensen die mij kennen weten dat ik zuinig ben op mijn spullen. Ik heb dat altijd bij me.'
- [14:20] 'Later toen ik thuis was heb ik besloten om dat mes voorlopig niet weg te doen. Want als er op 1 mei een meisje wordt gevonden met een doorgesneden hals en ik zou net op die dag een mes kwijtraken dat ik al jaren in bezit heb zou dat wel opvallen, bijvoorbeeld bij mijn vader en mijn vrouw.'
- [14:21] De rechter vindt het vreemd dat hij het mes zo lang heeft gehouden, terwijl er iemand mee omgebracht is. S: 'Ik heb bij me gehouden als een vorm van boete. Wat ik gedaan heb, zal ik nooit vergeten. Zo oud wordt ik niet. Ik heb besloten om het als een waarschuwende herinnering bij me te houden.'
- [14:22] De rechter begrijpt die opmerking niet. 'U had ook naar de politie kunnen gaan. U heeft dat mes toch niet nodig voor de herinnering. Waarom heeft u dat mes niet weggegooid.' S. zegt dat hij het zelf ook niet begrijpt.
- [14:24] De rechter merkt op dat het mes zeer versleten was. 'Waarom gebruikte u dat nog?' S: 'Ik kon er prima mee uit de voeten.' Het mes was onderdeel van de verdachte geworden. 'Ik had hem al 27 jaar.'
- [14:26] De rechter vraagt of S. niet bang was voor dna- of bloedsporen op het mes. S: 'Wat ik gedaan heb, heeft in de jaren toch zijn uitwerking niet gemist op mij. Toen ik hoorde van het verwantschapsonderzoek had ik kunnen vluchten. Dat heb ik niet gedaan, want door de jaren heen heeft het meer aan me gevreten dan ik zelf in de gaten had. Dat heeft er wel voor gezorgd dat ik zo ver was dat ik wel wou bekennen. Dat er dna op het mes zou zitten was voor mij geen issue meer.'
- [14:28] S. zegt dat hij het zijn familie niet hadden willen aandoen, de ophef om de moordzaak. 'Ik wilde ook bij de opvoeding zijn. Dat is misschien egoïstisch. Misschien zit er in het feit dat ik het mes gehouden heb ook wel een punt van dat ik toch wel gepakt zou willen worden. Het was te linken aan de moord.'
- [14:29] De rechter gaat in vogelvlucht door alle verklaringen van S., die het nergens mee oneens is.
- [14:34] De rechter blijft het vreemd vinden dat Marianne zich niet heeft verzet, 'want daar was ze het meisje niet naar.' S: 'De mensen die haar kennen, weten natuurlijk ook niet hoe zij zou reageren als ze in het donker van een fiets werd getrokken.'
- [14:36] De rugzak van Marianne wordt nu besproken. S. weet niet meer of hij in de rugzak heeft gekeken. Er zat een aansteker in die niet van Marianne was. 'Die aansteker heb ik nog nooit van mijn leven gezien', zegt S.
- [14:38] Volgens het 3D-team kan het heel goed mogelijk zijn geweest dat S. de rugzak heeft gebruikt tijdens het wurgen van Marianne. S: 'Het zou kunnen.' De rechter benadrukt dat het om een hypothese gaat.
- [14:41] De rechter gaat nu verder in op de seksuele handelingen en vraagt of het zo kan zijn dat er een moment, tussen de orale bevrediging en de verkrachting, van 'een flits' is geweest waarop de paniek al toesloeg, Volgens S. is dat niet het geval.
- [14:43] De officier van justitie heeft nog een aantal vragen.
- [14:44] Het gaat onder meer over welke foto's S. heeft gezien van het slachtoffer. Die somt hij nu op.
- [14:46] Volgens de officier heeft S. heel veel schokkende foto's niet gezien en hadden deze gebruikt kunnen worden om het geheugen van de verdachte op te frissen. 'S. verklaart dat hij last heeft van nare dromen en dat hij er tegenop ziet om de foto's te zien.'
- [14:47] De vader en de broer hebben de foto's wel gezien en hebben nog veel vragen, stelt de officier. Hij vraagt zich af waarom S. die foto's niet wil zien om meer duidelijkheid te kunnen geven.
- [14:48] Vooral de vraag waarom S. drie keer de keel van zijn slachtoffer heeft doorgesneden zou hierdoor beantwoord kunnen worden. S. weet niet waarom hij dit niet heeft gedaan.
- [14:49] Advocaat Vlug merkt op dat S. dat niet uit de foto's zou kunnen afleiden. 'Hij is geen medisch deskundige.' Vlug vindt het verkeerd dat S. op die manier onder druk wordt gezet.
- [14:50] 'Ik heb drie keer gesneden, meer niet. Ik kon niet eens goed zien wat ik aanrichtte', aldus S.
- [14:52] Er wordt nu vrij gedetailleerd ingegaan op waar het bloed terecht is gekomen.
- [14:56] De officier vraagt waarom s. zo ver het weiland in is gelopen. Hij veronderstelt dat S. toch moet hebben geweten dat er verder een geschikte plaats was voor zijn daden. S. zegt dat er niet bewust over na is gedacht en dat hij vooraf geen plannen had.
- [14:58] Nu komt weer ter sprake wat Marianne moet hebben gezegd. Volgens de officier heeft S. tegen de psychiater gezegd dat Marianne zei 'Als je niets met het mes doet, zal ik rustig blijven.' S. weet niet meer precies wat hij tegen de psychiater heeft gezegd.
- [15:00] De officier vraagt nog eens door op het feit dat S. de kleren van Marianne met een mes heeft doorgesneden. 'Ze lag toch al en ik had een scherp mes', zegt S.
- [15:02] 'Ik heb bij het doorsnijden enige voorzichtigheid betracht, om haar niet te verwonden.'
- [15:04] De officier vraagt waarom S. Marianne's handen vast moest houden tijdens de verkrachting, terwijl ze zich niet verzette. 'Voorzorgsmaatregel', reageert S. 'Ik had op dat moment mijn mes niet handen. Het risico op verzet was groot op dat moment.'
- [15:05] Er zijn wat problemen met de microfoon van Jasper S.
- [15:11] De officier vraagt hoe S. erbij kwam om Marianne van achteren te wurgen. S: 'Volgens mij hebben we allemaal wel eens een wurging in een flim gezien. Dat gebeurt ook meestal van achteren.' Officier: 'Je kunt plat gezegd stellen dat het praktischer is?' S: 'Ja, plat gezegd wel ja.'
- [15:12] De officier vraagt of Marianne niet buiten bewustzijn moet zijn geweest op het moment dat S. haar omdraaide. Vlug vindt dat de officier te veel suggestieve vragen stelt.
- [15:13] De verdediging zegt dat de officier 'vraagt om een gissing van de cliënt'.
- [15:14] De rechter zegt dat S. gewoon op de vragen kan antwoorden. S. laat vervolgens weten dat hij geen idee heeft waardoor, indien het geval, Marianne flauwgevallen is.
- [15:15] 'Een lichaam dat in de lengte op de grond ligt is volgens mij ook niet zo moelijk om te rollen', zegt S.
- [15:17] De officier is klaar met zijn vragen. De verdediging heeft één opmerking. Vlug: 'Ik probeer mij voor te stellen hoe je iemand kunt wurgen met een voorwerp die op zijn rug ligt. Dat kan gewoon niet.'
- [15:19] De rechtbank stelt de feitenbehandeling in grote lijnen behandeld te hebben,
- [15:21] De nabestaanden mogen na een schorsing hun verklaring afleggen. Er zijn vier nabestaanden die het woord krijgen.
- [15:22] De nabestaanden richten zich in hun verklaring tot de rechtbank. Ze mogen laten weten wat de moord op Marianne Vaatstra hun gedaan heeft.
- [15:24] Mogelijk worden na de verklaring van de nabestaanden nog feiten behandeld, indien de officier dat noodzakelijk acht. De zaak is nu geschorst tot 15.45
*** SCHORSING ***
- [15:45] De rechter kondigde aan dat deze verklaringen deels in het Fries worden opgelezen, een taal die uw verslaggever niet geheel machtig is.
- [15:50] Bauke Vaatstra neemt als eerste het woord.
- [15:51] Hij vertelt over hoe hij zijn dochter aantrof. 'De hele wereld stond stil. Onvoorstelbaar wat Marianne is overkomen.' 'Ik heb die dertien jaar ongelooflijk veel last ervan gehad. Badend in het zweet wakker geworden. Ik kon haar niet helpen. Nu kan ik het niet geloven dat ik daarbij toen aanwezig was.'
- [15:52] Vaatstra bespreekt de acties van S.
- [15:54] 'Hij is de eerste ter wereld die iemand verkracht 'omdat hij zijn kop leeg moest maken'. 'Onvoorstelbaar', stelt Vaatstra. 'Wij hebben allemaal levenslang. Ik kan me niet voorstellen dat S. bovengemiddeld intelligent is. Het is een rat. Hij verdient niets meer dan de hoogste straf.' Vaatstra richt zich tot de rechtbank. 'Ik hoop dat u voor ons het meeste eruit haalt wat er in zit.'
- [15:55] Marianne's zus Wilma is nu aan het woord. Ze beschrijft 1 mei 1999. 'Het was te verschrikkelijk om aan te horen.' 'We kunnen alleen maar bidden dat we haar ooit weer zullen zien.'
- [15:56] 'Wat een allesomvattend verdriet was het om Marianne naar haar laatste rustplaats te brengen. Ze had veel plannen, maar er kwam niets van. Het noodlot fietste achter haar aan.'
- [15:57] 'Als het gevaar zo dichtbij blijkt te zijn, in je eigen dorp, en dan ook nog iemand die je kent, iemand die kinderen heeft, dan krijgt je vertrouwen wel een deuk. Mijn vader en moeder en ikzelf zijn toen ook een beetje gestorven.'
- [15:59] Marianne's hoopt dat het recht zal zegevieren en dat ze weer een enigszins normaal leven krijgt. De verklaring van de moeder van Marianne wordt nu opgelezen.
- [16:00] Zij zegt dat ze het gruwelijke drama dat Marianne is overkomen nog steeds niet kan begrijpen. Het zijn gedachten die al 13 jaar door het hoofd spoken.
- [16:02] 'Hoe kan iemand dertien jaar lang zijn mond houden, over dit gruwelijke misdrijf? En die andere gezinnen dan? Zal de verdachte ooit kunnen begrijpen hoe wij dertien jaar lang leefden, terwijl hij zweeg.'
- [16:03] 'Altijd zit die zwarte gedachte in mijn hoofd. Genieten is niet meer. Ik zou met haar willen ruilen, als zij maar verder kon leven.'
- [16:04] Nu komt Marianne's zus Ineke aan het woord. Ze leest haar verklaring op in het Fries. 'We kunnen niet begrijpen wat er over ons heen is gekomen.'
- [16:05] 'Ze is op een beestachtige wijze verkracht. En toen ook nog vermoord. We kunnen het niet begrijpen. Het is zo'n zware daad.'
- [16:06] Jasper S. hoort de verklaringen met zijn hoofd in zijn handen aan. Hij is duidelijk geëmotioneerd.
- [16:07] 'We kunnen niet begrijpen dat een verdachte zich stilhoudt, terwijl er zo veel vragen zijn.' Er valt opnieuw een microfoon uit in de rechtszaal.
- [16:09] Ineke vraagt zich vooral af hoe S. erbij kwam om een 16-jarig meisje om het leven te brengen. 'Wij zijn niet meer compleet, altijd is er een lege plek.'
- [16:12] 'Als het waar is dat Jasper S. zo'n goede man is, had hij Marianne nooit vermoord. Dan had ze nog geleefd. Dit komt nooit meer goed, onze familie heeft levenslang.'
- [16:14] 'Nu we weten wat er precies gebeurd is, blijkt het nog schokkender te zijn dan we altijd gedacht hebben', zegt Ineke tot slot. Daarmee zijn de verklaringen klaar. De rechter vraagt of S. wil reageren. S: 'Hier zijn geen woorden voor, om op te reageren. Het snijdt door de ziel, deze verklaringen.'
- [16:15] S. verontschuldigt zich, hij is zwaar geëmotioneerd. 'Ik kan hier niks op zeggen', stamelt hij.
- [16:16] De advocaat van de nabestaanden komt nu aan het woord.
- [16:19] De advocaat zal een schadevergoeding vorderen namens de nabestaanden.
- [16:21] De nabestaanden hebben zich als benadeelde partij kenbaar gemaakt. Ze zien de vorderingen als de enige manier om enigszins genoegdoening te krijgen. De advocaat vordert namens de moeder en de broer van Marianne 25.000 euro schade. Namens de andere twee zussen vordert hij 15.000 euro.
- [16:25] Het betoog van de advocaat van de nabestaanden gaat ook over het feit dat er sprake is van schokschade.
- [16:27] De advocaat beschrijft hoe moeilijk het moet zijn geweest voor broer Freddy om het ontzielde lichaam van Marianne aan te treffen in het weiland.
- [16:29] De schok heeft geleid tot ernstig geestelijk letsel bij de broer van Marianne, zegt de advocaat. Er is sprake van een post-traumatisch stresssyndroom.
- [16:30] 'De schade is erger geworden door het zwijgen van Jasper S.'
- [16:33] 'Het is niet met zekerheid te zeggen, maar als de moord al na enkele maanden was opgelost, hadden de levens van de nabestaanden waarschijnlijk een andere, betere, wending gekregen.'
- [16:34] Ook bij de moeder van Marianne is een post-traumatisch stresssyndroom geconstateerd.
- [16:35] De scheiding tussen de ouders van Marianne is volgens de advocaat een rechtstreeks gevolg geweest van de moordzaak, en het feit dat het zo lang duurde tot die was opgelost.
- [16:36] Volgens de advocaat is ook bij de moeder van Marianne voldoende sprake van omstandigheden die voldoen aan de eisen van shokschade.
- [16:38] De advocaat gaat nu verder met zijn betoog, waarbij broer Johan en zus Ineke aan bod komen
- [16:39] 'Kunt u zich het schuldgevoel voorstellen bij Johan Vaatstra, die er altijd voor zorgde dat zijn zusje veilig thuis kwam. De eerste keer dat ze alleen op de fiets naar huis ging, werd haar fataal.'
- [16:40] Ineke raakte meer en meer geïsoleerd en durfde in de avond niet meer naar buiten. Ze vroeg haar man om een alarmsysteem aan te leggen. Ook wilde ze haar kinderen niet uit het oog verliezen.
- [16:41] Ineke en Johan lijden niet aan een in de psychiatrie bekend ziektebeeld. Daarom liggen hun vorderingen ook lager.
- [16:44] De advocaat verzoekt de rechtbank ook in het geval van Johan en Ineke shockschade toe te kennen.
- [16:48] De advocaat stipt aan dat Jasper S. door ging met zijn leven en 13 jaar lang in staat was om inkomsten te vergaren. Dat was niet zo geweest als hij zich direct had aangegeven.
- [16:52] De advocaat richt zich tot de verdediging. 'Als Jasper S. daadwerkelijk spijt wil, kan hij beginnen met het niet betwisten van de vorderingen.'
- [16:53] De advocaat van de familie is klaar met zijn betoog. De rechter vraagt aan de officier van justitie of hij nog ergens op terug wil komen.
- [16:54] De officier zegt nergens op terug te willen komen. De stukken zijn volgens zowel de officier als de verdediging voldoende voorgehouden.
- [16:55] Vrijdag worden de deskundigen gehoord. Daarna volgt het requisitoir, het pleidooi en de eis. Vrijdag om half tien gaat de zaak verder.
author: Ton | published: 28.03.2013 | updated: 28.03.2013 | comments: allowed
|