Er is geen CSS ondersteuning. Zonder CSS is alleen de onopgemaakte HTML zichtbaar.

Wat hier aan vooraf ging
Eind september was Powned het zat dat diplomaten in onze Hofstad, alle regels aan hun valenki-laarzen lapten. Onderzoeker Danny stapte met zijn cameraploeg er op af en riep de diplomaten ter verantwoording. Het is hier geen bananenrepubliek. Wij hebben regels. overtreding | mishandeling | wielklem

Zo gaat dat. Als onze overheid niets doet, dan moet de burger zelf wel ingrijpen. De reacties waren schokkend. Ieder greintje van fatsoen ontbrak en als een Joris D. dachten ze "met de wet in de hand" er mee weg te kunnen komen.

Vervolgens werd de Russische diplomaat Dmitri Borodin deze week verdacht van kindermishandeling. Buren hadden de politie gewaarschuwd en deze troffen, naar hun zeggen, een dronken schreeuwende man aan die zijn vierjarige kinderen aan de haren trok en hardhandig behandelde.

Wanneer je het zelf niet hebt kunnen waarnemen is het moeilijk om je er een oordeel over te vormen. Maar in Nederland zullen buren niet zo maar de politie waarschuwen. En al zeker niet als de buurman een "diplomaat" is. En de politie zal niet zomaar een woning binnentreden. En al zeker niet als de buurman een "diplomaat" is.

Zoals Danny al zei: Wij hebben regels. En alleen die regels bepalen de mate van civilisatie en democratie en weerhouden onze samenleving van wild-west taferelen waarin iedereen zelf voor rechter gaat spelen. Maar dan moeten die regels wel voor iedereen gelden en je er op kunnen vertrouwen dat de Trias Politica functioneert. Niemand kan boven de wet staan. Geen koning, geen pastoor, geen topambtenaar en geen diplomaat.


De belangen van de kinderen
In het artikel Baybaşin en de Ambassade wordt uitgelegd hoe de regels geïnterpreteerd dienen te worden.
  1. De burger mag alles (tenzij iets verboden is), de overheid mag niets (tenzij het iets moet).
  2. In het geval van onduidelijkheid heeft de burger altijd gelijk en is regel 1 van toepassing.
Regel 1a: De burger mag alles, tenzij het verboden is. De burger mag zijn/haar kinderen opvoeden en groot brengen zoals die dat zelf het beste lijkt. Wat de burger niet mag is de kinderen mishandelen. En dat kan variëren van het onthouden van een adequate schoolopleiding of het ontzeggen van noodzakelijke medische hulp (incl. vaccinaties) tot aan het haren trekken en slaan. Deze regel gaat ons dus op het eerste gezicht niet zo veel verder helpen want het gaat om de belangen van twee burgers: de vader versus de kinderen. Maar die belangen zijn niet gelijkwaardig. De belangen van de kinderen gaan altijd voor (horen althans voor te gaan) op die van de ouders.

Regel 1b: De overheid mag niets, tenzij het iets moet. De overheid mag niet zomaar je huis binnentreden. Niet bij een gewone burger en niet bij een diplomaat. Voor beiden gelden die regels, en de Weense conventie uit 1961 resp. 1963 maken dat niet anders. Uit regel 1a volgt dat de belangen van het kind voor gaan en dat, als de belangen van het kind in gevaar komen, conform regel 1b de overheid iets moet doen. Artikel 3a IVRK verplicht de overheid/overheden in te grijpen in het geval van kindermishandeling.

Om sprake te zijn van kindermishandeling moeten er aan een aantal criteria zijn voldaan. U kunt die criteria terugvinden in de specials: DSM-IV, IVRK en het Dossier: Kindermishandeling. Onder de in de media gepubliceerde omstandigheden was er naar mijn mening (en die van de politie) een redelijk vermoeden van schuld.

Regel 2: Bij twijfel heeft de burger gelijk. In dat geval is regel 1a van toepassing, en daarin heeft (ex. art. 3 IVRK) het kind voorrang op de volwassene.

De hele zaak is dus vrij simpel. De politie is terecht opgetreden en heeft rechtmatig gehandeld. Daar bestaat geen misverstand over. En de wet èn de internationale regelgeving stelt hen in deze zaak in het gelijk. Zowel de voorzitter van politiebond NPB Han Busker als de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen bevestigen dit. De zaak is daarmee afgedaan.


De conflicterende wetten
Minister Timmermans heeft excuses aangeboden, maar de voorzitter van de buitenlandcommissie van het Russische parlement, Aleksej Poesjkov, neemt daarmee geen genoegen. De Russen lopen een beetje te zwaaien met artikel 30 uit de Weense conventie 1961 en de aanvulling 1963, geratificeerd door Nederland op 17.12.1985 en door Rusland op 15.03.1989.

En daarmee hebben de Russen ook gelijk. Dat zien we wel vaker. Wetten en verdragen conflicteren. Het is van tweeën één, dus de vraag is dan welk verdrag voor gaat. Voor mij is die vraag simpel te beantwoorden en dat heb ik hierboven al benoemd. De burger (in dit geval het kind) heeft altijd gelijk. De overheid (in dit geval de diplomaat) komt op een tweede of latere plaats, ná de burger. Poppetje gezien, kastje dicht. Over naar de orde van de dag. Dat is ook wat diplomaat Borodin wil. Hij houdt van zijn kinderen en heeft de les begrepen.

Maar nee hoor, dan komen de ambtenaren zich er mee bemoeien en willen hun macht opleggen aan de burger, of in dit geval zelfs aan onze staat. Poesjkov heeft een grote mond en wil de zaak opblazen. Daar zitten dus heel andere belangen achter dan de "bescherming van de ambtenaar". En daarmee doet zich, naast de conflicterende bepalingen, een tweede probleem voor wat we in het recht heel vaak zien. Hoe moet de wet uitgelegd worden?

Het is natuurlijk raar dat er uitleg over de uitleg moet komen. Als een ieder de wet behoort te kennen, dan mag je toch van de wetmakers verwachten dat ze een begrijpelijk product afleveren. Maar nee, geen enkele garantie bij deze Melkertbaan-producties, zodat je maar moet hopen dat de rechter het wel begrijpt en juist toepast.

In dit concrete geval hebben we te maken met artikel 41 IVRK:

Geen enkele bepaling van dit Verdrag tast bepalingen aan die meer bijdragen tot de verwezenlijking van de rechten van het kind en die zijn vervat in:
a. het recht van een Staat die partij is; of
b. het in die Staat geldende internationale recht.


Dat is weer zo'n krom geschreven uitweg-bepaling. Zoals de rechter zich vaak bedient van dubbele ontkenningen: "Het is niet onbegrijpelijk". Daarbij durft hij niet te zeggen dat hij het wèl begrijpt, maar alleen dat hij het niet-niet begrijpt. Alsof begrip een gradiënt zou vertonen, zoals wanneer we binnen de geneeskunde zouden zeggen "uw arm is een beetje gebroken" of "u bent een beetje zwanger". Geen patiënt zou ons serieus nemen. Het is wel of niet.

In dat soort gevallen neem je vaak je toevlucht tot de parlementaire verhandelingen om te kijken wat de intentie van de regelgeving is. In dit geval zou je denken dat de wens van het volk / de volksvertegenwoordigers is geweest: Het meest maximale recht van het belang van het kind gaat altijd voor.

En indirect zeggen ze ook zoiets. Het IVRK is de minimum bepaling. Heeft een ander verdrag of wet een "betere regeling" dan is die van toepassing. Goed bedoeld, maar niet toereikend. Wat ze hadden moeten zeggen is dat geen enkele bepaling in verdrag of regeling de minimum eisen van het IVRK mag aantasten. Dat wanneer er conflicterende regelgeving is de bepalingen van het IVRK altijd voorgaan.

Maar dat schrijven ze niet, waarmee we als volk weer eens goed bedonderd zijn, en de overheid denkt er mee weg te kunnen komen. U moet voor de aardigheid eens alle uitzonderingen lezen in 1963. Je vraagt je dan af wat al die poppenkast van de OLA voor waarde heeft. In het artikel Was Demmink in Turkije? heeft u kunnen lezen dat er veel gepraat, gevlogen, gedineerd en geborreld wordt. Maar dat alles met een heel mager en weinig kosteneffecief resultaat.


De aardappelhandel en het 'snoepje van de week'
Het antwoord op de vragen die voortkomen uit al dit gedraai, gesteggel en gelieg lijkt te vinden te zijn in de "kapitalistische" belangen. Marxisme anno 2013. Das Kapital zit niet in het levensgeluk van de kinderen maar in het winstbejag van de handel. En die artikelen worden door de MSM niet gelinkt (het zijn immers hun reclame-inkomsten) maar spelen natuurlijk wel een hoofdrol.

Naast het huidige Greenpeace incident, wat om olie en gas draait, hebben we de tulpenhandel en de aardappelhandel. En als een Gruyter's snoepje van de week geef je daarbij wat goedkope cadeautjes weg. Het liefste iets wat je zelf niet te veel kost, maar wat de ontvanger gunstig stemt.

Kinderrechten bijvoorbeeld. Geen haan die er naar kraait. Zelf zijn die vierjarigen te jong om hun rechten op te eisen. Onze kinderombudsman die fantastisch werk doet, maar door de regering niet wordt gehoord, althans niet naar wordt geluisterd, kan niet veel meer doen dan wat wij doen: het signaleren van misstanden. Het is dan ook aan onze Kamerleden om deze signalen op te pakken en in te grijpen.

Hun huidige stellingname dat ze "het begrijpelijk vinden" is voor mij onbegrijpelijk. En ook de gedachte dat je kinderrechten rustig weg kunt geven als wisselgeld is een onjuiste redenatie. Die kinderrechten zijn namelijk héél véél waard. En de prijs die er later voor betaald moet worden als ze groot zijn geworden en aan het maatschappelijke verkeer gaan deelnemen, staat in geen verhouding tot de korte-termijn-winst die de regering nu denkt te boeken om hun begroting op orde te krijgen.

Kinderen zijn geen wisselgeld en geen sluitpost. De excuses van Timmermans aan Rusland zijn in mijn ogen misplaatst en voorbarig. Hij heeft zich laten leiden door een "deadline" waardoor de besluitvorming onevenwichtig is geworden. Zo er al excuses (voor overtreding van art.30 Weense conventie) had moeten plaatsvinden, dan had deze conditioneel moeten zijn en eerst excuses van Rusland moeten incorporeren voor de overtredingen van het IVRK.




author: Ton   |   published: 09.10.2013   |   updated: 09.10.2013   |   comments: allowed