Onrecht
Op 17 november 2011 hield de president van de Hoge Raad mr. Geert Corstens een toespraak tijdens de presentatie van het boek " De Hoge Raad en de Tweede Wereldoorlog"
1.
Daarin benoemt hij de houding van de Hoge Raad in de Tweede Wereldoorlog als " de donkerste periode uit die 200 jaar rechterlijke macht".
Hij stelt dat men ernstig was teleurgesteld over de wijze waarop de Hoge Raad zich in zijn rechtspraak en daarbuiten tijdens de oorlog heeft opgesteld. ' En zelfs de woorden ernstige teleurstelling lijken het gevoelen van destijds nauwelijks te dekken. Ook veel krachtiger diskwalificaties zijn gebruikt als "slappelingen", "collaboratie", "fout" en "verraad".'
(H)erkenning van het probleem is de eerste stap van genezing.
Naar mijn idee is de "teleurstelling" niet nieuw, maar ook niet oud nieuws. Tijdens de Franse revolutie, de Wereldoorlogen of de Arabische lentes, mensen zijn altijd op zoek naar rechtvaardigheid. En waar tegengestelde belangen bestaan is rechtvaardigheid een perceptie bepaald door de positie van het gezichtspunt. Enkel wanneer de burger op een volstrekte onpartijdigheid, onafhankelijkheid en een voldoende kennisname en begrip van de voorgelegde vraagstelling door de rechter kan vertrouwen kan pas de acceptatie van rechtvaardigheid door en voor betrokkene ontstaan. Ontbreekt één van deze kwalificaties dan daalt het vertrouwen.
Wanneer De Rechtspraak haar eigen tekortkomingen niet kent kan ze er ook niet aan werken om deze te verbeteren. Om te denken dat de "teleurstelling" een halve eeuw achter ons ligt is een misvatting. Introspectie en zelfreflectie zijn essentieel om te kunnen groeien. Maar zelfs als dat inzicht er zou zijn, dan nog is dit maar het begin van een lange weg te gaan. Om vervolgens leermeester Bruce Lee te citeren: " Knowing is not enough, we must apply. Willing is not enough, we must do." Het voortbestaan van onze moderne democratie is afhankelijk van de scheiding der machten, de zuiverheid binnen een macht en de juiste check-and-balances.
De bezwaar procedure
De affaire Baybaşin is zo'n casus. Het heeft alle kenmerken van een gebrek aan integriteit en een gebrek aan scheiding der machten. Door de interventie van de overheid verliest de Rechtspraak haar legitimiteit als onafhankelijke beoordelaar en hebben we anno 2014 net zulke schijnprocessen als die binnen de (Tweede Wereld)oorlog konden voorkomen. Eigenbelang krijgt voorrang boven rechtvaardigheid. Het vervreemdt de burger enkel meer.
Inmiddels ruim een half jaar geleden heeft het HHC eenvoudige en gerechtvaardige (controle) vragen gesteld over de arrestatie van Baybaşin in 1995. De wettige en overtuigende bewijsvoering ontbreekt en kan ook nog steeds niet (!) worden overhandigd. Integendeel, er worden allerlei vertragingstactieken, smoezen, dwaalsporen en andere tactieken gebruikt om maar geen verantwoording te hoeven afleggen. Volstrekt onacceptabel.
Als in alle redelijkheid een half jaar geleden gewoon vlot inzage was gegeven in de onderbouwing van de door de overheid uitgevoerde (mis)daden dan was er nu geen probleem meer geweest. Maar het is niet gebeurd, en gebeurt nog steeds niet. Daarmee vergroot het wantrouwen en het probleem zich. De oorzaak ligt bij de geen openheid van zaken gevende overheid, niet bij de inzicht en begrip vragende burger.
Na uitgebreid onderzoek, nationaal en internationaal, via mediapublicaties, overheidsrapportages en persoonlijke gesprekken ben ik tot de overtuiging gekomen dat de zaak Baybaşin een politiek proces is. Argumenten die het tegendeel moeten aantonen zijn mij onvoldoende gebleken. Zo er al een verwijtbare component bij Baybaşin zelf zou liggen (zoals daartoe de -vermeende- drugshandel vaak wordt genoemd) dan nog rechtvaardigt dit op geen enkele wijze het disproportionele en discriminerende onrecht wat deze man is aangedaan.
Ik ben er van overtuigd dat in ieder geval de Nederlandse overheid laakbaar heeft gehandeld en dat er zware (witte boorden) misdadigers buiten de gevangenis rondlopen, die zelfs op strategische postities zitten en daarmee een direct gevaar vormen voor onze democratie. Zoals het een burger ex. artikel 160 Sv betaamt heb ik daarvan aangifte gedaan. Alvorens naar het buitenland (zoals het ICC) te kunnen gaan moeten je nationale mogelijkheden zijn uitgeput. De procedure bepaalt dat er eerst nog een bezwaarschrift moet worden ingediend. Dat is gisteren gebeurd.
18.03.2014 (179 KB) Verzoekschrift
03.02.2014 (1.581 KB) PaG/BJZ/45289Reactie het College van P&G
24.03.2014 (163 KB) CCF/89/R75.14/C547.14Reactie Interpol
01.04.2014 (109 KB) 014.14/JS/dsReactie Hoge Raad
04.04.2014 (621 KB) 491423Reactie Ministerie van V&J
14.04.2014 (139 KB) Bezwaarschrift
14.04.2014 3SRPKS161537669Track and Trace PTT-post
De aanvullende aangifte
Tijdens de regiezitting zijn er opnieuw tenminste twee (vermeende) misdadigers in het vizier gekomen, te weten de rechercheur Jeroense en de openbaar aanklager mr. E.A.F. Roelofs
2. Naast de vermoedelijk gepleegde ambtsmisdrijven als lid van een kennelijk crimiminele organisatie plegen zij in ieder geval misdaden tegen de menselijkheid vanuit hun frustratie van de goede procesorde. Hoe kun je mensen (in dit geval de familie van Baybaşin) al meer dan 16 jaar in gijezeling houden en hen ieder toekomstperspectief afnemen, terwijl zij zelf schaamteloos ook nog eens een salaris voor deze wandaden willen ontvangen? Dit soort mensen mogen wat mij betreft hierover de rest van hun leven slapeloze nachten hebben.
De kwalificaties die Geert Corstens in het begin opsomde komen nog niet in de buurt van de termen die de hufterigheid van deze ich-habe-es-nicht-gewusst personen zou kunnen beschrijven. Dit heeft namelijk helemaal niets met rechtshandhaving te maken. Pure onverschilligheid, luiheid, domheid en daarbij hun machtsmisbruik aanwendende om het leven van andere mensen te ruïneren. Een (straf)aangifte is dan ook gedaan.
author: Ton | published: 15.04.2014 | updated: 15.04.2014 | comments: allowed
|