De ambachtelijke kwaliteit Rechtspraakbreed
Het moet gezegd worden: De Rechtspraak is momenteel bezig met een goede inhaalslag. De Demmink-zaken zijn daar een voorbeeld van. Enkele jaren geleden was dat nog onDe(mmi)nkbaar. Maar schoorvoetend dalen de rechters van hun pedestal tot het volk, gelijk artsen en priesters al veel eerder hebben gedaan. En ja, dat gaat gepaard met blootstelling aan kritiek.
Kritiek kan gezien worden als een nieuwe kans tot nog beter te gaan presteren. Vakkundig begeleidt door commentaren van "teleurgestelde" (soms zelfs verbitterde) klanten van hun diensten, die bereid zijn om tips te geven en verbeterpunten aan te dragen. Ook het HHC neemt hierin uit der aard haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en zal haar adviezen ongevraagd aanbieden. Kostenloos, opdat het budget van € 170.000,= behouden kan worden voor de onderzoekers.
De Rechtpraak zelf is in ieder geval tevreden, getuige hun persbericht
1. Ze komen in hun zelf opgestelde rapport tot de conclusie dat:
• 81 procent van de civiele vonnissen die in hoger beroep komen 'voldoende' tot 'goed' is.
• De uitleg van het vonnis en het motiveren van de beslissing, scoort zelfs bovengemiddeld goed.
Dat is nou eens prettig om te horen. Maar in hetzelfde rapport
2 komt men ook tot een andere formulering van die conclusie (pag.12 laatste alinea) " In 19 % van de gevallen heeft men, in de ogen van collega-beroepsbeoefenaars, in die kwaliteit steken laten vallen." Artsen, een beroepsgroep waaraan de persvoorlichter zich wil spiegelen, hebben meer ervaring met slechtnieuwsgesprekken. Zij doen dat terwijl ze oogcontact hebben met de patiënt, niet door het vonnis toe te faxen. En dat gesprek gaat niet zoals ik nu voordoe:
Ik heb goed nieuws en slecht nieuws voor u. Het goede nieuws is dat slechts 19% van deze gevallen van kanker dodelijk is. Het slechte nieuws is dat u bij die 19% behoort.
Statistieken zijn leuk, maar wanneer het ongeluk je treft is de kans voor jou persoonlijk 100% geworden. Die 81% mazzelaars dat zijn de anderen. En bij artsen kun je dan nog op zoek naar een andere, wellicht betere, arts die je wel kan/wil helpen. Bij rechters gaat dat niet. Shoppen is niet toegestaan. Je zal het met die sukkel, die net je gelukkige leven met één handtekening heeft beëindigd, moeten doen. Dan is 19% toch wel erg veel. 1 op 5 heeft pech. Je zal maar, net als Chipshol, 100 miljoen kwijt zijn geraakt. Daar wordt je niet net zo blij van als De Rechtspraak met zichzelf is.
Zelfkritiek
De eigen kritische kanttekening van De Rechtspraak spreekt van het volgende: " Slechts in 5 à 6 procent van de civiele vonnissen wordt hoger beroep aangetekend. Omdat ontevredenheid over het vonnis een reden voor hoger beroep kan zijn, is het niet ondenkbaar (yep, daar heb je weer zo'n priet-praat kreet, red.) dat dit type vonnissen gemiddeld gezien in mindere mate aan de eisen voldoet."
Dank je de koekoek. Het is gemiddeld gezien ook niet ondenkbaar dat de teleurgestelde geen geld meer heeft om in beroep te gaan. Of denkt dat de schade van het rechthalen groter is dan de misstanden maar te accepteren. Ook is het niet ondenkbaar dat het vertrouwen in een beter oordeel in beroep niet zo groot is waardoor men de kool het sop niet langer waard vind. En er is nog wel meer niet ondenkbaar.
Dan gaat de persvoorlichter verder met borstklopperij. In het persbericht wordt gemeld: " Het civiele recht van Nederland scoort wereldwijd een tweede plaats in de gerenommeerde Rule of Law Index"
Of dat zo is kan betwijfeld worden. Dat rapport is door het HHC vorige maand al besproken
2. Uit het totaal overzicht is op te maken dat Nederland op de vijfde plaats staat, en daarmee niet op het podium met een zilveren medaille.
Maar zoals uit de bespreking is op te maken lijkt de betrouwbaarheid van die cijfers ook niet helemaal onafhankelijk te zijn. Het is zelfs niet ondenkbaar (ja, ja, dat soort conditionele zinnen maken kan ik ook) dat de cijfers gemanipuleerd zijn, want zelf aangeleverd. Net zoals de beoordeling van dit rapport binnen de organisatie zelf is opgesteld.
Het vonnis
Een peer-review binnen dezelfde organisatie is not-done. Dat wekt immers de schijn van belangenverstrengeling, zoals we die ook bij diverse tucht-colleges zien. Een goed voorbeeld van dergelijke misstanden is het Hof van Discipline, wat moet waken over foutgangers
3 onder advocaten en dekens. Net als deze persvoorlichter schamen zij zich er niet voor om een onjuiste voorstelling van zaken te geven. De rechters zullen hun eigen brother-in-arms soortgenoten echt niet veroordelen. Dan zouden we immers gevangenissen tekort komen.
Daar staat tegenover dat je de tort-rechtspraak uit Engeland
4, of jury-rechtspraak uit Amerika moeilijk kan vergelijken met de Nederlandse onconstitutionele autocratische justitie. Bij gebrek aan Nederlands sprekende rechters in het buitenland is het te overwegen om een simpele exit-poll op te stellen. Een ideeënbus bij de uitgang. Of wellicht het laten beoordelen van het vonnis door de advocaten van de verliezende partij. Eens kijken of dan nog steeds 81% het wel best vindt, want dan hebben we al die metaal-detectie poortjes ook niet meer nodig.
En dan hebben we het nog niet gehad over het tijdsbestek wat voor de (her)beoordeling is ingepland. In 15 minuten kun je een vonnis hooguit doorlezen. Maar niet alle onderliggende pleitnota's, bewijsstukken, en dergelijke beoordelen. Met geen mogelijkheid kan een peer-reviewer een vonnis op deze wijze beoordelen. Ze doen dus wat rechters meestal doen: vooringenomen, met onvoldoende achtergrondinformatie en zonder bestudering van de details, klaar staan met hun beperkt geschoolde oordeel. Dat daarbij, naar hun eigen zeggen (het zullen er wel veel meer zijn), 19% slachtoffers vallen is de prijs die de burger/slachtoffer betaalt voor deze wanprestatie, niet de rechtspreker.
Daaraan voorafgaande hebben we dan nog de wetgever met zijn geitenpad-bruggetje-minister
5 Opstelten. Uiteraard zonder een constitutioneel hof (niet dat overheden zich daar wat van aantrekken
12), maar dat alles wel weer bij de gratie God's in-naam-der-Koning, zo waarlijk helpe hem God almachtig. Gebonden aan internationale verdragen dat wel. Wij althans, want de overige verdragspartners trekken zich nergens wat van aan. Wetten zijn voor sukkels.
Het is dan ook niet ondenkbaar dat er nog wel meer verbeterpunten zijn, om te beginnen met de introspectie en zelfreflectie. Het beeld waar de rechtspraak zich nu aan spiegelt is met recht een spiegelbeeld: het tegenovergestelde van de werkelijkheid.
author: Ton | published: 27.04.2014 | updated: 27.04.2014 | comments: allowed
|