In november 2015 berichtte het HHC dat er een inbraak had plaats gevonden in de cel van de politieke gevangene Hüseyin Baybaşin 1. Er is ogenblikkelijk aangifte gedaan. Hierover zijn twee zaken gevoerd. Een rechterlijke / civiele en een doofpot / interne beklagzaak.

De civiele rechter had er duidelijk geen zin in en heeft de hele zaak afgeschoven naar de beklagcommissie 2.

En die had er uiteindelijk ook geen zin in en heeft de boel ook weer van zich afgeschoven. Een beroepsprocedure is dan ook te verwachten.

Zojuist ontving het HHC de uitspraak van de beklagcommissie:

• Verklaart de klacht met nummer 2016/158; gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond.

• De beklagcommissie kent voor het gegronde deel van de klacht een tegemoetkoming van toe € 10,00.

Hierbij de uitspraak die de beklagcommissie heeft gedaan over de celinspectie bij Huseyin Baybasin op 17-11-2015. De commissie vindt dat de celinspectie onzorgvuldig is uitgevoerd, dat hij de 17de ongestoord met Adèle had moeten kunnen bellen, dat de inspectie niet buiten aanwezigheid van Huseyin had mogen plaatsvinden (nu hij had aangegeven dat er processtukken op cel lagen) en gaat er ook van uit dat processtukken na de inspectie op zijn bed lagen. De BC zegt -gezien het standpunt en de 'reconstructie' van de Staat- echter niet te kunnen vaststellen dat het procesdossier gestolen is.

Nota Bene:
- Maar liefst 12 pagina's.
- Pas 2 dagen later afgestempeld als verzonden.
- Door HHC ontvangen op 29-02-2016.