De informatie verzoeken
Voor de nieuwkomers en toevallige landers op deze pagina: Dit is een vervolg op een WOB-verzoek van het HHC gericht aan Justitie Nederland en waarover een hoorzitting
1 heeft plaats gehad. De essentie is het verzoek om het bewijs te overhandigen waaruit blijkt dat de arrestatie van de heer Baybaşin in 1995 rechtmatig was.
Uit de versie die Baybaşin aan het HHC verteld heeft
2 lijkt de werkelijke toedracht anders te zijn gegaan dan dat tot nu toe bekend was. En ondersteuning voor die hypothese is te vinden in het officiële verslag van de Franse Senaat
3, het uitblijven van bewijs via Interpol
4 en nog een aantal andere zaken die gerelateerd zijn. De bewijslast ligt echter niet bij Baybaşin, maar bij justitie. Maar dat beschikbaar stellen van bewijs wil allemaal niet zo vlot lukken.
Beschikking: PaG/BJZ/45289 de dato 3 februari 2014
Het HHC heeft gisteren de beschikking en diverse documenten van de hoorzittingscommissie van het College van procureurs-generaal ontvangen:
• WOB beschikking
5 (1.581 Kb);
• Verslag hoorzitting
6 (849 Kb);
• Uitspraak van de Hoge Raad NJ 1997, 533
7 (1.732 Kb);
• Uitspraak van de Hoge Raad NJ 1997, 534
8 (876 Kb).
De versies hierboven zijn mininaal gecensureerd. Dat wil zeggen dat enkel de direct persoonlijke (adres)gegevens zijn weggehaald, alsmede de voetnoten bij de arresten vanwege het auteursrecht van Kluwer daarop. Daarnaast zijn nog twee uitspraken ontvangen die indirect gerelateerd zijn, maar voor de discussie van vandaag verder niet van belang zijn.
De beoordeling van de procedure
De trouwe lezer van deze blog weet dat ik kritisch ben op justitie. Vanwege hun verregaande bevoegdheden hebben zij een noblesse-oblige verplichting jegens de burger. Met de behandeling tijdens de hoorzitting en het toezenden van deze beschikking en documenten hebben ze wat mij betreft zelfs boven verwachting daaraan voldaan. Ik heb hierover geen klachten, integendeel, zelfs mijn complimenten. Het zwaarwegende karakter van het belang van dit verzoek is naar mijn mening erkend in de behandeling.
Wanneer ik de beschikking en het verslag lees dan heb ik wel enkele kleine puntjes die mijnsinziens aangepast kunnen worden, maar ik zie daarin geen reden om hier verder beroep tegen aan te tekenen bij de bestuursrechter of om amendementen te laten aanbrengen. De documenten worden doorgezonden aan de advocaten van Baybasin en mochten zij een dergelijke behoefte wel hebben dan zal dit tijdig worden doorgegeven.
Zo valt er best wat te klagen, hetgeen ik ook gedaan heb, over de beperkingen van video-opnames, de afwezigheid van Baybaşin en de traagheid. Maar aangezien er een tweede/nieuwe ronde is geopend staan alle opties nog open en is wat mij betreft de eerste helft afgehandeld, met een overwinning voor Baybaşin: 1 - 0. Wat dat betreft ben ik het voor deze zaak niet eens met het Olympische gedachtegoed dat het voornamelijk om de strijd zelf gaat en pas op de tweede plaats om de overwinning. Enkel een strijd voeren tegen de overheid is onzinnig tenzij deze een noodzakelijk doel dient. In casu is dat zo. Er is een doelpunt gescoord en Baybaşin staat nu tijdens de rust op voorsprong.
De beoordeling van de documenten
Zoals ook ter zitting is aangevoerd zouden de omstandigheden van de arrestatie voldoende reden geven tot twijfel. Naar mijn informatie was het (vermeende) internationale arrestatie bevel slechts één week voor zijn arrestatie uitgegeven, dus omstreeks 17.12.1995. Ter zitting melde de voorzitter dat de signalering zou dateren van 02.10.1995. In de notulen wordt verwezen naar de bovengenoemde uitspraken van de Hoge Raad. Bestudering van deze uitspraken brengt echter geen duidelijkheid, integendeel, ze versterken het vermoeden van mogelijke onrechtmatigheid.
- Inderdaad is in uitspraak 534 onder r.o. 5.5. het volgende weergegeven:
Hoewel de Turkse autoriteiten, naar zij stellen al in 1991/1992 op de hoogte waren van betrokkenheid van B. bij het onderhavige drugstransport, werd eerst op 08.12.1994 een aanhoudingsbevel tegen B. opgemaakt en deze eerst op 02.10.1995 internationaal gesignaleerd."
Daaraan klopt iets niet. Als u op de pagina drugs-onderzoek setup
9 kijkt onder het tweede kopje (even open klikken) dan ziet u dat het bedoelde Lucky-S incident pas begin 1993 plaats vond. Dit originele document is dan ook noodzakelijk om te kunnen beoorden of het om een schrijffout of een feitenfout gaat.
- De hierboven genoemde bewering is afkomstig uit het verweer-schrift. Daarmee is het een stelling en geen bewijs. Bijzonder ook is dat deze dateert van 17.12.1996 met als advocaat adv. mr. V.L. Koppe te Amsterdam, die zijn voorganger adv. mr. Th.A. de Roos aanhaalt uit de uitspraak van twee maanden eerder op 15.10.1996. Een plotselinge wijziging en overname van het dossier met onvoldoende tijd voor de beoordeling en gemakszuchtige aannames?
- Een derde discrepantie is de opgevoerde reden. Een groot verschil in twee maanden tijd. In uitspraak 533 heeft de rechtbank bij de feiten immers nog vastgesteld dat uitlevering werd gevraagd vanwege het oprichten van een organisatie voor het verkrijgen van verdovende middelen, het leiding geven daaraan, en het daarvan deel uitmaken. (Bedoeld wordt waarschijnlijk de oprichting van het Koerdisch Parlement in Ballingschap, wat overigens wel overvloedig in de media is gedocumenteerd - redactie) Als ik de feiten van de rechtbanken vergelijk en goed begrijp dan zou bij de tweede poging tot uitlevering er geen sprake meer zijn van oprichting maar was dat reeds vier jaar daarvoor gepleegd. Waarom was dit dan in uitspraak 533 niet duidelijker en sterker aangevoerd?
-
Een punt wat niet specifiek is voor deze zaak is het gegeven onder uitspraak 534 r.o. 5.1: "Door en namens B. is aangevoerd dat deze onschuldig is aan de feiten waarvoor zijn uitlevering wordt gevraagd. B. heeft zijn onschuld echter niet onverwijld kunnen aantonen. Het verweer moet daarom worden verworpen."
Begrijpt u wat hier staat? Als een aangesloten land zegt dat u in hun land bijv. prins Friso of Marianne Vaatstra heeft vermoord, en u kunt niet onmiddelijk aantonen dat u niet de dader bent, dan wordt u op het vliegtuig gezet. Vraag maar aan Robert Hörchner. Dan ziet u meteen hoe een echt IAB
10 eruit ziet, zodat justitie weet naar wat voor soort papier ze moeten zoeken. (Wat ook helpt is de echte naam er onder te zetten, in dit geval OvJ J.M. Mul, in plaats van alleen "de officier".)
- Maar het wordt nog dubiezer. In uitspraak 534 staat bij r.o. 2.1:
"Blijkens de stukken is het verzoek tot uitlevering schriftelijk gedaan door toezending langs de diplomatieke weg aan de Minister van Justitie." En daarbij wordt juist (op te maken uit de datering) naar het Kismetin incident verwezen en niet naar de Lucky-S.
Niks geen internationaal arrestatie bevel, maar een diplomatieke nota aan Nederland. Zo staat het immers vastgesteld in vonnis 534 r.o. 2.1. Waarom aan Nederland? Baybaşin was tot 24.12.1995 nog nooit in Nederland geweest, en kwam die dag alleen maar omdat hij, zo zegt Baybaşin, via inmenging van de Turkse Ambassade uitgerekend op die ene dag naar Nederland was gelokt. Hoe kon Turkije dat dan al weten "een week van te voren" (en volgens het Parket zelfs als drie maanden van te voren). En waarom is de "diplomatieke nota" alleen aan Nederland gezonden, terwijl ze wisten dat hij in Engeland woonde?
Maar, en nu komt het... Het gaat blijkbaar om een verzoek "via de diplomatieke weg". Maar zo werkt dat helemaal niet!
Als u naar de eMail rechts kijkt dan ziet u de bevestiging van BuZa dat zoiets juist niet via een diplomatieke nota gaat. Er behoort gewoon een officieel IAB te worden aangeleverd via Interpol en niet van de ene Turkse top-ambtenaar naar een op het Nederlandse Ministerie van justitie werkende top-ambtenaar.
Op dit moment is mijn vermoeden van onrechtmatigheden in de zaak Baybaşin alleen maar versterkt. Alle aanwijzingen geven richting aan de verdenking dat iemand (en hij/zij niet alleen, maar in samenzwering) op het Ministerie van Justitie op illegale wijze het recht omzeild heeft en Baybaşin pootje heeft gelicht. Wat heet pootje lichten? Levenslang opsluiten, waarvan jaren in isolatie. Dat is ronduit misdadig.
Het WOB verzoek ligt nu -in primo- bij het Ministerie van Justitie. Met de wetenschap van nu zal het HHC, mede namens Baybaşin het oorspronkelijke WOB verzoek iets nader specificeren en aanvullen. Behalve een aanvullende datum wil ik ook de diplomatieke memo zien, hoewel mijn ervaringen daarmee ook niet al te positief zijn (zie afbeelding links en de WOB-hoorzitting van 29.01.2014 waar u niet bij was, maar de Nederlandse Ambassade in Turkije via een live-video-feed wel).
En als deze hypothese juist blijkt te zijn dan wordt ook duidelijk waarom het Turkse Consulaat uw verslaggever van het HHC niet toe wil laten tot Turkije
12. Alle rechterlijke uitspraken en internationale verdragen schofferende en negerende. Ze willen zelfs geen reden opgeven, waardoor er geen bezwaar kan worden aangetekend. Iemand is hier bang voor uw HHC-verslaggever, zelf slachtoffer van corrupte top-ambtenaren en juist daarom (causaliteit) slechts een onschuldige onderzoeker geworden van overheidsmisdragingen.
Hebben zij even de verkeerde uitgekozen om dwars te zitten! Totdat ik mijn zaken heb opgelost zal ik die corrupte elementen met alle rechtsmiddelen blijven vervolgen. Werkelijk, dat onderzoek naar Demmink door RC Yolande Wijnnobel met OvJ's Evert Harderwijk, Ronald Steen en Daphne van der Zwan gaat op deze manier niets worden. En waarom ze er een jaar voor nodig hebben snap ik al helemaal niet. Ik moet ze maar eens een open sollicitatie schrijven. Als ik (tenminste) de bevoegdheden, middelen en medewerking krijg dan heb ik deze zaak binnen een maand voor ze opgelost...
author: Ton | published: 09.02.2014 | updated: 09.02.2014 | comments: allowed
|