Er is geen CSS ondersteuning. Zonder CSS is alleen de onopgemaakte HTML zichtbaar.
De IRT-speurneus
Als u een nieuwe bezoeker bent die op deze pagina is aangekomen kunt u het beste eerst de voorgaande delen uit deze reeks lezen: 1, 2, 3 en 4, bij voorkeur inclusief de sublinks op die pagina's voor een optimale begripsvorming.
Sterk samengevat komt het er op neer dat in de IRT-affaire begin jaren '90 de overheid zich direct bezig hield met grootschalige drugshandel. Daarin speelde de politie een actieve rol. In dit "onderzoek" (lees: handel) werd uitvoerig gebruik gemaakt van "infiltranten" en telefoontaps. In 1993 werd deze "methode" verboden door de Tweede Kamer. Maar de (overheids)criminelen trokken zich daar niets van aan en gingen gewoon door met hun verboden praktijken.
.............../´¯/)
............,/¯..//
.........../..../ /
...../´¯/'...'/´¯¯`•¸
./'/.../..../......./¨¯\
('(...´(..´......,~/'...')
.\.................\/..../
..''...\.......... _.•´
....\..............(
......\.............\
Normaliter is het zo dat een leider het beleid / de strategie bepaalt en vervolgens controle uitoefent op de uitvoering en de te behalen doelstelling evalueert. Maar bij de overheid werkt dat niet zo. Het beleids rapport/brief/kamervragen gaat in de onderste la van het bureau en men gaat over tot de orde van de dag. Net als in de NSA-affaire. Een keertje sorry zeggen, maar verder niets veranderen aan de dagelijkse (criminele) gang van zaken.
Dat is Democratie in Nederland anno 2013.
De import van drugs verloopt hoofdzakelijk via twee routes: de Zuid-Amerika route en de Midden-Oosten route. De main entry-ports van de Zuid-Amerika-lijn zijn de havens aan de Westkust (Rotterdam, Amsterdam). De main entry-ports van de Midden-Oosten-lijn liggen in het Oosten (Arnhem, Venlo). In het Arnhemse spijkerkwartier werden de drugs gedistrubueerd via Turkse winkels. In deze drugshandel speel(t)/(de) overigens ook de overheid een rol ( Krikke-gate), maar daarover heeft Sietze Planting al uitvoerig bericht.
Een wezenlijk probleem wat speelde was de machtsstrijd tussen de clans onderling. Dat zagen we in Nederland maar ook in Engeland (onthullend en schokkend artikel in een komende publicatie). Volgens burgemeester P. Scholten hebben de acties van politie en justitie maar een beperkt en kortstondig effect. " Zodra de politie een organisatie oprolt, staat een concurrent klaar om de handel over te nemen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd na het uitschakelen in september 1995 van de zogeheten 4M-groep, een omvangrijke Nederlands-Turkse drugsbende.", aldus de burgemeester.
In dit Turkse circuit was er één IRT-medewerker in het bijzonder die aan deze "opsporing" deelnam en daarnaast óók als taaldeskundige werd ingezet. Over die persoon gaat het artikel van vandaag.
De IRT-tolk
Deze persoon was al sinds 1986 in vaste dienst als lid van het politieteam van het IRT Noordoost-Nederland, afdeling politie Arnhem en Gelderland-Midden. Maar dankzij zijn bijzondere speciale vaardigheden (hij verstond "toevallig" ook Turks, Koerdisch en zelfs 14 (!) dialecten daarvan) werd hij tevens ingezet als tolk binnen de telefoontaps. Laten we deze man voor het gemak de Republiek Turkije noemen, in het Turks Türkiye Cumhuriyeti, afgekort tot T.C. (toeval?)
Laten we eerst eens even teruggaan naar de taalvaardigheden en mijzelf als referentie nemen. Ik ben 55 jaar, heb 3 academische titels, en vrijwel mijn hele leven in Nederland gewoond. Ik beheers de Nederlandse taal redelijk. Ik kan zelfs juridisch abracadabra met allerlei dubbele ontkenningen volgen, waarin de rechter tracht te zeggen wat hij bedoeld maar dat niet expliciet durft/doet door gebruik te maken van dubbele ontkenningen. Dat lukt menig autochtoon Nederlander niet. Ook kan ik aan het dialect en het accent wel inschatten waar iemand vandaan komt. Het verschil tussen de Limburger, Fries, Amsterdammer, Tukker is opvallend. Het lukt me zelfs om in mijn eigen regio onderscheid te maken naar stad. De Bosschenaar, Tilburger of Eindhovenaar klinken allemaal anders.
Maar daarmee wil ik nog niet zeggen dat ik ieder dialect begrijp. Een Fries (aparte taal) of een Limburger volgen is een hele kunst. Zo hebben we de homoniemen/homofonen binnen één taal. Daarnaast bestaan ook nog verschillen tussen Vlaams en Hollands. Wat dacht u bijvoorbeeld van " een schoon kleedje". In het Nederlands betekent het " een gereinigd tapijt" en bij onze zuiderburen " een mooi jurkje".
Zo zou in de tapverslagen die door T.C. gemaakt zijn een essentieel woord verkeerd zijn vertaald. Bahçe = tuin versus Bohce = buidel. Het zelfde probleem als het "schone kleedje" hierboven. De a in het eerste woord klinkt langer, maar door de klank/afkomst krijgt het een geheel andere betekenis.
Zelf maak ik soms die fout bijvoorbeeld met: Goğus doktor = hart-long arts versus Göz doktor = oogarts. De ğ (als in premier Erdo ğan) spreek je niet uit maar maakt alleen de voorgaande klank langer klinkend. Het klinkt nagenoeg identiek maar het maakt wel een groot verschil.
Nu is mijn Turkse kennis minimaal, maar ik weet/hoor wel dat het Turks van de tweede-generatie Turken in Nederland beroerd slecht is. Nu is T.C. waarschijnlijk een eerste generatie Turk (geïmporteerd dus), maar ongetwijfeld is zijn taalvaardigheid (althans als hij daarvoor niet apart is opgeleid door de MIT - Turkse inlichtingedienst) niet altijd even toereikend.
De reden waarom ik dit (als niet-deskundige) kan zeggen is omdat mijn (ex-)vrouw een Turkse is. Ook academisch opgeleid, en zij haalde zelfs de beste beoordeling voor de Turkse taal over heel de natie (van dat afstudeerjaar). Ik weet dus hoe zij soms naar het Nederlands vertaalde, maar ook dat zij het courante jargon in het nieuws van haar vaderland niet altijd begreep. Net als hier de moderne jeugd tegen u zegt dat iets vet kicken is. Dan moet u dus niet denken aan een voetballer die trapt tegen een pak boter.
De IRT-liaison
Maar de rol van deze T.C. gaat veel verder dan politieagentje of tolkje spelen. Zo zat hij in Turkije gewoon naast de minister aan tafel. Een gastarbeider/agent/tolk dus. Geen ambassadeur of de echtgenote van de minister (zoals op de foto links), nee onze "tolk" zat daar (als ware hij een kolonel bij de MIT).
Op dit etentje (foto) van de TR-NL-vriendschapsvereniging TUHOD was ik overigens ook aanwezig. Maar als gewoon plebs zat ik tussen de advocaten en ambassade spionnen. En niet naast de minister.
Zo kwam ik ook nogal eens in Anadolu Kulübü Ankara, een soort sociëteit De Witte Den Haag. Daar gebruiken hoge ambtenaren (zoals mijn ex-schoonvader) en ministers de lunch (en ritselen daarbij zaken onofficieel).
Het is mij nooit gelukt (ik heb het ook niet geprobeerd) om als gewoon werknemer bij de Nederlandse politie even op de hoofdcommissaris van een ander land (Turkije) af te stappen en hem opdracht te geven om even een aftapinstalltie in de telefooncentrale in Istanbul te plaatsen. Het lukt me zelf nauwelijks om bij de Nederlandse politie (onderaan in de pikorde) een aangifte te laten opnemen.
Maar misschien moet ik dat gewoon eens een keertje proberen: " Ha die Frank, hoe is't makker? Zeg zendt mij effe alle e-mails en gesprekken van crimineel J.D. door, wil je. En als ik iets voor jou kan doen, laat het me maar weten. Wat zeg je J.D. levenslang laten opsluiten? Komt voor de bakker. Ik verzin wel iets."
En nu denkt u dat dit fantasie van een complotter is, die dit allemaal uit zijn duim zuigt. Okay, dan gelooft u misschien wel de journalist Jan Meeus van het NRC. Zijn verhaal stemt overeen, alleen is zijn interpretatie wat naïever.
Wat rechercheurs niet lukte, kreeg tolk voor elkaar
bron: NRC-archive d.d. 03.03.2007
'Wat rechercheurs niet lukte, kreeg tolk voor elkaar (Gerectificeerd)'
Jan Meeus, NRC Amsterdam
Dankzij de geschorste Turkse tolk boekte de recherche een succes in het onderzoek naar de moord op Endstra
Een politietolk werkte mee aan grote onderzoeken naar Turkse georganiseerde misdaad. Zelfs nadat hij door de AIVD was bestempeld als onbetrouwbaar. Zijn netwerk was te waardevol.
Het beeld is bijna klassiek. De rijke zakenman die, vermoord onder een doek, in een chique laan in Amsterdam-Zuid op straat ligt. Politiemannen in witte pakken achter rood-witte linten. De moord op vastgoedmagnaat Willem Endstra in mei 2004 staat veel mensen nog helder voor de geest. Hier werd een grens overschreden. Een geslaagde zakenman die in maffiastijl om het leven was gebracht. De ontluistering was groot.
Na ruim twee jaar ploeteren had de Amsterdamse recherche in de zomer van 2006 twee verdachten op het oog in de meest geruchtmakende liquidatie van de afgelopen jaren. De speurtocht naar de moordenaars van Willem Endstra leidde de rechercheurs naar een hotel in de badplaats Cesme, vlak bij de Turkse stad Izmir. Uit het onderzoek bleek dat twee verdachten elkaar daar in augustus zouden ontmoeten.
De politie wilde de hotelkamer afluisteren en verzocht de Turkse autoriteiten om medewerking. Na weken onderhandelen met het Turkse ministerie van Justitie was de uitkomst een enorme domper voor de Amsterdamse rechercheurs. Het verzoek werd afgewezen.
Op 14 augustus 2006 kreeg de Turkse tolk Ahmet Celik* een telefoontje van politiecommissaris John Olierook. De twee mannen kenden elkaar al jaren. Olierook en Celik hebben jaren samengewerkt in de strijd tegen de Turkse heroïnemaffia. Celik is bij die onderzoeken van grote waarde geweest als tolk.
Het bleef lang stil aan de andere kant van de lijn toen Olierook aan Celik vroeg of hij wilde bemiddelen tussen de Turkse en Nederlandse autoriteiten in de Endstra-zaak. Ahmet Celik was op non-actief gesteld. Hij mocht eigenlijk niet meer werken voor de politie. Olierook wist dat, maar de leiding van het Openbaar Ministerie in Amsterdam had hem verzocht de tolk over te halen.
Celik kon het verzoek van zijn oude opdrachtgever en vriend Olierook niet naast zich neerleggen. Diezelfde middag nog meldde hij zich bij het Nederlandse consulaat in Istanbul, waar hij toevallig op vakantie was. In aanwezigheid van de Nederlandse liaison in Ankara voor justitie en politie belde de tolk rechtstreeks met de voorzitter van de Turkse Raad van State, aan wie hij de zaak uitlegde. Even later sprak de tolk telefonisch met de directeur-generaal van het Turkse ministerie van Justitie, verantwoordelijk voor internationale rechtshulp. Deze topambtenaar zei vanaf zijn vakantieadres dat er alleen een passage in het rechtshulpverzoek moest worden aangepast. Wat de liaison na weken onderhandelen niet was gelukt, kreeg Celik binnen een paar uur voor elkaar. Het voorval illustreert de stroeve verhoudingen met de Turken.
De ontmoeting in het hotel in Cesme werd een paar dagen later geheel legaal en volgens de regels afgeluisterd. Het leverde cruciaal bewijs op waarmee de twee verdachten van de moord op Endstra eind december 2006 konden worden aangehouden. Voor de Amsterdamse recherche, die de meeste liquidaties van de laatste jaren niet kon oplossen, was het een groot succes.
Op 29 januari 2007 stond de betrouwbaarheid van Ahmet Celik op de agenda van de vergadering van de Raad van Hoofdcommissarissen. De aanleiding was niet de succesvolle afloop van het Endstra-onderzoek. Integendeel. Tijdens de vergadering van de Nederlandse politietop lichtte hoofdcommissaris Peter van Zunderd van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) een brief toe waarin hij meldt dat zijn dienst niet meer samenwerkt met Celik. Van Zunderd verzocht ook de andere korpsen de tolk niet meer in zetten bij strafrechtelijke onderzoeken in Turkije.
De reden voor deze opmerkelijke oproep was dat de tolk volgens de inlichtingendienst AIVD onbetrouwbaar is. Hij zou volgens de dienst vertrouwelijke politie-informatie aan de Turkse autoriteiten hebben gegeven. Daarom werd de tolk in maart 2005 een verklaring van geen bezwaar geweigerd. Een beslissing die na lang procederen in mei 2006 werd bekrachtigd door de Raad van State.
De Amsterdamse politie maakte dus in het zeer vertrouwelijke onderzoek naar de moord op Endstra gebruik van een onbetrouwbare tolk. Met medeweten van het Amsterdamse parket van het Openbaar Ministerie, een politiecommissaris van de Nationale Recherche en de Nederlandse liaison in Turkije. Die politiediplomaat was in dienst van het KLPD, het korps dat de tolk uiteindelijk aan de kant heeft gezet.
Hoe kan het dat al deze hoge functionarissen gebruikmaken van een tolk die door de AIVD is beschuldigd van het lekken van informatie?
De tolk Celik is al sinds 1986 in dienst van de Nederlandse politie. Hij werkte eerst voor het regiokorps in Arnhem, waar hij formeel tot begin 2007 van dit jaar in dienst was. Sinds 1998 werkte Celik vaak voor de Amsterdamse recherche. Steeds werd hij ingezet bij onderzoeken naar de Turkse heroïnemaffia. In 2003 zou Celik als tolk in dienst komen bij de Nationale Recherche, een nieuwe in grote onderzoeken gespecialiseerde politiedienst die werd ondergebracht bij het KLPD.
Dat bleek echter onmogelijk toen de Arnhemse politie in april 2004 besloot dat er een zogenoemd persoonlijk veiligheidsonderzoek moest worden gedaan naar Celik. Na een jaar onderzoek kwam de AIVD tot de conclusie dat Celik informatie had gelekt naar de Turkse autoriteiten, zo schreef de dienst in een ambtsbericht van 15 maart 2005.
Binnen de Nationale Recherche viel het AIVD-rapport slecht. Rechercheurs vreesden dat het de samenwerking met de Turken nadelig zou beïnvloeden. De Turkse politie zou willen weten aan wie Celik dan informatie had gelekt. Om die vraag te omzeilen, kreeg de officiële beschikking een kleine aanpassing. In het besluit dat de AIVD op 17 maart 2005 aan Celik verstuurde, werd slechts melding gemaakt van het lekken van informatie aan derden.
Het bleek een cosmetische oplossing te zijn. Het vertrek van Celik bleef niet onopgemerkt. De samenwerking met de Turkse collegas loopt stroever dan voorheen, zo kreeg de leiding van het KLPD te horen. In de zomer van 2006 merkte de Amsterdamse recherche wat dat betekende. De gang van zaken rond het Endstra-onderzoek illustreert hoe moeizaam de samenwerking inmiddels verliep. In die zaak hebben de Turken laten merken hoe ze denken over de manier waarop Celik is behandeld.
*De naam Ahmet Celik is om veiligheidsredenen gefingeerd.
(redactie HHC: Bedoeld wordt de Turkse tolk T.C.)
Leest u rustig het hele artikel maar let u vooral even op deze passage in het bijzonder:
Even later sprak de tolk telefonisch met de directeur-generaal van het Turkse ministerie van Justitie, verantwoordelijk voor internationale rechtshulp. Deze topambtenaar zei vanaf zijn vakantieadres dat er alleen een passage in het rechtshulpverzoek moest worden aangepast. Wat de liaison na weken onderhandelen niet was gelukt, kreeg Celik binnen een paar uur voor elkaar.
Volgens het NRC illustreert het voorval de "stroeve verhoudingen" met de Turken. Voor mij illustreert het dat een "onbeduidende persoon" (die op 14.08.2006 al tenminste 20 jaar (!) was geëmigreerd en in Nederland werkte, en dus niets meer met Turkije te maken zou hebben) de Turkse DG van het Ministerie van Justitie op zijn vakantie (!) adres belt en even wat ritselt. Deze tolk T.C. moet nog machtiger zijn dan J.D. himself. Maar goed, hier volgen dan nog een paar relevante delen uit de formele bewijsstukken van de rechtbank. Als u daarna nog niet overtuigd bent, moeten we eens laten onderzoeken wie van ons beiden nu de paranoïde denkbeelden heeft. En mocht u net als T.C. het privé GSM nummer van J.D. hebben dan verneem ik dat graag.
Jan Koers, CID-officier van justitie
schriftelijke verklaring van 13.04.2011
"Juist omdat dit speelde en de politie veel op eigen houtje wilde regelen heb ik aan deze samenwerking een juridische basis gegeven, door middel van een rechtshulpverzoek gebaseerd op art. 35 Enkelvoudig verdrag. In dat rechtshulpverzoek werd de Turkse autoriteiten verzocht om samenwerking in drugsonderzoeken en het mogelijk te maken om officieel een werkplek met Nederlandse rechercheurs en tolken in Istanbul op te zetten.
U vindt dit o.a. terug in de arresten over de 4M zaak, waarin de AG Keijzer op deze rechtshulp ingaat.
• Ik had kennis van de samenwerking tussen het 'turken-team' van Arnhem, later het Kernteam NON, en de Turkse politie, met name in Istanbul. Door plaatsing van dat apparaat van Siemens bij de politie te Istanbul werd het mogelijk om mobiele telefoons af te luisteren. Dat was daar voor die tijd niet mogelijk.
• Dit apparaat is gefinancierd met geld van het team in Arnhem. Het ging om ongeveer Nfl 250.000,=. Voor zover ik mij kan herinneren was de helft van de lijnen voor het Nederlandse onderzoek en de andere lijnen kon de politie in Istanbul zelf gebruiken.
• Omdat in een Nederlands onderzoek in Istanbul afgeluisterd werd, was het belangrijk dat alle informatie zo snel mogelijk in Nederland beschikbaar was. Vanuit de werkplek in Istanbul werd dagelijks per telefoon, fax of per modem alle informatie naar het Nederlandse team gezonden. Later kwamen de officiële processen-verbaal van het afluisteren en de eventuele bandjes met de politiemensen naar Arnhem. Ik denk, dat bepaalde telefoongesprekken ook direct per modem, en uitgewerkt per fax naar Nederland verzonden zijn.
• Het is mij niet bekend of er in de zaak Baybasin gezamenlijk is afgeluisterd en tapopnames zijn verzonden"
Koers bevestigt de informatie van Cetinkaya, dat Baybasin al vanaf 1994 een doelwit van de Turken was. Hij geeft aan al omstreeks 1993/1994 door Emin Arslan te zijn benaderd over "Baybasin". Volgens Koers was Tayyar Cetinkaya zelfs zelf bij dat gesprek met Arslan aanwezig. Cetinkaya tolkte namelijk bij alle belangrijke gesprekken die Koers voerde met de toenmalige Turkse autoriteiten, waaronder de respectievelijke hoofdofficieren van justitie bij de Staatsveiligheidsrechtbank, Ahmed Göksal en Erdal Gökcen, de politiechef Emin Arslan en diverse ministers.
Cetinkaya fungeerde niet alleen als tolk. Op de vraag naar de contacten van Cetinkaya indertijd met Turkse justitiële autoriteiten zoals Emin Arslan, Necdet Menzir, antwoordde Koers:
"Ik weet, dat Cetinkaya zeer persoonlijke contacten had met de door u genoemde personen. Het waren (er) veel meer. Het was altijd verbazend om te merken hoe gemakkelijk hij toegang had tot zelfs een staatssecretaris of zelfs een minister, afhankelijk van wie op een bepaalde post was benoemd. Cetinkaya had een centrale rol niet alleen in zijn contacten met hoge Turkse autoriteiten, maar ook binnen het Kernteam Noord- en Oost-Nederland. Aangezien hij al jaren met dit team in de Arnhemse setting werkte als tolk/vertaler, anders dan andere tolken een arbeidscontract had, en gaandeweg ook optrad als Turkije-deskundige, was zijn rol anders dan die van de andere tolken. Ik heb wel eens gehoord dat hij ook het vertaalwerk verdeelde. Daar kan ik nog aan toevoegen dat hij goed was in stemherkenning en verschillende Koerdische dialecten beheerst. Die combinatie maakte dat hij een spilrol kreeg in de verschillende tapkamers waar Turkse onderzoeken liepen."
medewerkers van het KTNON, unit Turkije, te Zwolle
mr. R.A. Tetteroo, kandidaatnotaris te Barendrecht,
akte van depot van 13.04.2011
Tayar Cetinkaya was als Turkse tolk in dienst van de CID/CIE Arnhem en later van het KTNON. Hij had vanaf het begin als tolk een cruciale positie binnen alle onderzoeken. Hij had nauw contact met de Turkse geheime dienst en de Turkse Liaison Emin Arslan. Hij hield er een eigen agenda op na. Gebruikte 2 telefoons; een Turkse en een Nederlandse. Voerde op de Turkse telefoon vele gesprekken waarvan de Nederlandse rechercheurs geen hoogte kregen.
(---)
De rol van Tayyar Cetinkaya begon in het bijzonder op te vallen omdat hij alleen maar zaken aanbracht van Kurdische verdachten. Zo hoorden collega's dat Cetinkaya op de Turkse tv verscheen in het nieuwsitem waarin de aanhouding van Baybasin werd gebracht. Hij was die avond ook niet aanwezig bij de overige teamleden die in Turkije waren. Cetinkaya zat naast de minister van Binnenlandse zaken van Turkije die geïnterviewd werd over deze aanhouding."
"Omdat in Turkije geen techniek aanwezig was waarmee taps konden worden geplaatst op mobiele telefoons heeft het KTNON zelf een MC catcher ingevoerd naar Turkije waarmee vervolgens wel mobiele telefoons konden worden getapt. Daar is toen veelvuldig gebruik van gemaakt.
(---)
Er was veelvuldig verkeer tussen de rechercheurs van het KTNON en de opsporingsdiensten in Turkije. De banden waren nauw. Jos Hueskes en Anton Jeroense zijn een paar weken voor de aanhouding van Baybasin nog als gast op een bruiloft geweest van een belangrijke Turkse collega. Daar bestaan ook foto's van.
Vanaf 1994 verbleven continu twee mensen van het team in Istanbul voor het gezamenlijk afluisteren. In de zaak Baybasin waren dat: Jos Hueskes (Fraudespecialist), Anton Jeroense en Willem Loermans en Hans van Leeuwen.
(---)
"Het lijkt onwaarschijnlijk dat het onderzoek naar Baybasin geheim is gebleven voor de Turken gelet op de vrije rol die tolk Cetinkaya toen al had. Hij was min of meer de koning van de tapkamer in alle Turkse drugsonderzoeken zowel in Nederland als in Turkije".
Emin Arslan, Commisaris Narcotica Brigade te Istanbul
bron: NRC-archive d.d. 05.03.2007
'Dit brengt iedereen in verlegenheid (Gerectificeerd)'
Jan Meeus, NRC Amsterdam
Turkse politie-chef over lekken
Een Turkse politietolk heeft volgens de AIVD informatie over Turkse criminaliteit gelekt naar Turkije. De directeur-generaal van de Turkse nationale politie is zeer verbaasd.
Ankara, 5 maart. - Wie Emin Arslan voor het eerst een hand geeft, heeft niet het idee dat deze bescheiden man een van de hoogste bazen van de Turkse politie is. De kleine grijzende Arslan is directeur-generaal van de Turkse nationale politie. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig, als een diplomaat. Als veteraan in het politievak weet Arslan hoe gevoelig de samenwerking is tussen de Turkse en Nederlandse autoriteiten bij de vervolging van verdachte drugscriminelen. Hij staat aan het hoofd van een dienst waar zestigduizend mensen werken.
De Turkse rechtstaat is de Nederlandse niet. Verhalen over intimidatie, mishandeling en zelfs marteling van verdachten doen nog altijd de ronde. De mensenrechten in Turkije zijn niet voor niets een belangrijk thema in de gesprekken tussen Turkije en de landen van de Europese Unie.
Ondanks de kritiek op Turkije is het volgens Arslan toch goed gelukt om een manier te vinden om samen te werken. In het midden van de jaren negentig is dat voor het eerst goed gelukt bij een aantal grote, internationale onderzoeken waarbij meerdere landen betrokken waren, zo stelt Arslan.
De politiebaas doelt dan op de vervolging van de Koerdische Turk Hüseyin Baybasin en de in Arnhem actieve 4M-bende, genoemd naar de gebroeders M.
Achteraf zijn deze onderzoeken, zo vertelt Emin Arslan in zijn kantoor in een buitenwijk van Ankara, voor Turkije een doorbraak geweest in de internationale samenwerking. We doen nu strafrechtelijke onderzoeken samen met Nederland maar ook met Duitsland, Engeland, Griekenland, Spanje en Portugal. Volgens Arslan is tijdens deze onderzoeken duidelijk geworden dat er zonder problemen informatie kan worden gedeeld met de Turkse autoriteiten.
Een van de constante factoren in succesvolle samenwerking tussen Nederland en Turkije is volgens Arslan de Turkse tolk Ahmet Celik. In de onderzoeken naar Baybasin en de 4M-bende is hij van onschatbare waarde geweest, stelt Arslan. Celik is een soort wandelend archief. Hij is al twintig jaar actief in dit vak en beschikt over veel informatie. Bovendien spreekt hij ruim tien Koerdische dialecten en herkent hij stemmen van verdachten die hij in een zaak kan plaatsen.
Arslan is verbaasd dat Celik beschuldigd wordt van het lekken van informatie aan de Turkse autoriteiten. Wij hebben gehoord dat een instantie in Nederland zon beschuldiging heeft geuit. Maar het verbaast mij persoonlijk wel dat Celik die informatie aan de Turkse politie zou hebben gegeven. Ik vraag me af waar deze beschuldigingen vandaan komen.
Dat Celik hierdoor niet meer mag tolken voor politie en justitie vindt hij droevig. Er is geen sprake van dat Ahmet Celik informatie zou geven buiten de onderzoeken die gezamenlijk zijn gedaan. Dit onderwerp brengt iedereen hier in verlegenheid. Het kan niet zo zijn dat de Turkse politie informatie van Celik krijgt buiten de onderzoeken waar we samenwerken.
Het vertrek van Celik als tolk is volgens Arslan een tegenvaller. Daar zullen we veel hinder van ondervinden maar ik ga ervan uit dat iedereen professioneel zijn werk blijft doen. Al zal iedereen worden herinnerd aan het feit dat Celik niet meer voor ons werkt.
Amsterdam, 5 maart. - Het rapport van de inlichtingendienst AIVD over de Turkse tolk die wordt beschuldigd van het schenden van zijn ambtsgeheim, heeft in 2005 tot grote onrust geleid binnen de top van de Nationale Recherche. Uit dossierstukken blijkt dat de tolk de onvoorwaardelijke steun had van Johan van Kastel, de baas van de Nationale Recherche, en drie van zijn leidinggevende politiecommissarissen: Jan Boersma, Jan van Looijen en John Olierook.
Ook een aantal prominente officieren van justitie spraken in 2005 hun steun uit voor de tolk. Het gaat om Gert Oldekamp, Koos Plooy, Fred Teeven (inmiddels lid van de Tweede Kamer) en Martin Witteveen. Zij gaven allemaal aan dat ze tevreden waren over de werkzaamheden van de tolk. Ook hebben zij nooit gemerkt dat hij vertrouwelijke politie-informatie aan de Turkse autoriteiten zou hebben gelekt.
Ondanks de steun van deze functionarissen oordeelde de Raad van State in 2006 dat het oordeel van de AIVD over de Turkse tolk voldoende onderbouwd was. Ook oordeelde de Raad van State dat er geen nader onderzoek nodig was naar de precieze voorvallen waarbij de tolk in strijd met de geldende regels zou hebben gehandeld. De tolk werd geschorst en is begin dit jaar ontslagen.
Uit een aantal documenten die in het bezit zijn van NRC Handelsblad, blijkt dat de eerste beschuldigingen in de richting van tolk teruggaan naar 1998 en betrekking hebben op het justitieel onderzoek naar de voor moord en drugshandel veroordeeld Turkse koerd Hüseyin Baybasin.
Theo Bot, hoofd AIVD
bron: NRC-archive d.d. 07.03.2007
'Die tolk moest weg. Ze hebben hem gelubt'
Jan Meeus, NRC Amsterdam
Maanden had hij erop zitten wachten. Een bericht van de inlichtingendienst AIVD met een verklaring van geen bezwaar. De Turkse tolk, vloeiend in het Turks en veertien Koerdische dialecten, had niets te verbergen. Al twintig jaar tolkte hij voor de politie in grote strafzaken. Toen hij op 15 maart 2005 het ambtsbericht van de inlichtingendienst AIVD onder ogen kreeg, was de tolk stomverbaasd. Hij zou slecht vertalen en soms niet beschikken over de vereiste vaardigheden.
Verschillende betrouwbare informanten, zo schreef plaatsvervangend AIVD-hoofd Theo Bot in het ambtsbericht, meldden dat de tolk bij diverse gelegenheden "vertrouwelijke informatie uit politie-onderzoeken heeft meegedeeld aan personen van de Turkse overheid".
De tolk heeft de conclusies van de AIVD bestreden met alle juridische middelen die er zijn, tot aan de Raad van State toe. Die oordeelde echter in laatste instantie dat de AIVD zich baseerde op goede bronnen, waaronder "niet alleen lagere functionarissen". De AIVD mag de identiteit van die bronnen beschermen, zo stelt de Raad.
Met dit vonnis werd het oordeel van de AIVD definitief. Veel politie- en justitiemedewerkers vragen zich echter nog steeds af waar de kritiek op de tolk precies vandaan komt. Waarom werd er geen aangifte gedaan? En waarom kwam de kritiek op dat moment naar voren?
De zoektocht naar antwoorden op die vragen leidt naar een van de eerste strafzaken waarbij Nederlandse en Turkse autoriteiten intensief hebben samengewerkt. Het is het onderzoek naar Hüseyin Baybasin, wiens veroordeling voor moord en heroïnehandel in 2002 door het hof in Den Bosch werd bekrachtigd. Dit vonnis wordt tot op de dag van vandaag aangevochten door Baybasin. Zijn advocaat maakt daarbij gebruik van een verklaring van een voormalige Nederlandse politieliason in Istanbul, die heeft gezegd dat de Turkse tolk "gevraagd en ongevraagd informatie verstrekt aan de Turkse autoriteiten".
De opmerkelijke verklaring leidde tot een intern onderzoek. Hoewel dit onderzoek geen bewijs voor de beschuldiging opleverde, was het wel de aanleiding voor het vertrek van de tolk bij het kernteam Noordoost Nederland. Dit zogenaamde turkenteam voerde het onderzoek uit naar Baybasin. De tolk ging werken voor het kernteam Amsterdam.
In 2003 dook de oude beschuldiging echter weer op toen de kernteams uit Amsterdam en Noordoost Nederland opgingen in een nieuwe politiedienst: de Nationale Recherche. De rechercheurs van het oude turkenteam uit Noordoost Nederland wilden niet meer met de tolk samenwerken, terwijl het kernteam Amsterdam juist graag met hem doorwilde. De tolk mocht uiteindelijk blijven.
Ook bij de Nationale Recherche was men zeer tevreden over de tolk, blijkt uit een brief van de toenmalige baas Johan van Kastel uit 2005. "De tolk beschikt over een zeer breed netwerk van contacten, zeker ook bij de Turkse nationale politie; contacten die onontbeerlijk zijn voor een adequate aanpak van de Turkse georganiseerde criminaliteit."
Toch kwamen er in 2003 opnieuw klachten binnen waaruit zou blijken dat de tolk informatie had verstrekt aan de Turken. Opnieuw bleek dat deze klachten waren gestoeld op een misverstand. Het heeft alles te maken met de rol die de tolk in de loop der jaren is gaan vervullen. Door zijn lange ervaring is hij niet alleen tolk. Hij is ook intermediair en onderhoudt rechtstreeks contacten met de Turkse autoriteiten. Ongebruikelijk voor een tolk, maar wel effectief.
En het wekt ook irritatie op, zo constateert voormalig rechter-commissaris van de rechtbank Arnhem Hans Lamens: "De tolk werkte veel en verdiende als tolk een aanzienlijk inkomen, in sommige jaren meer dan een hoge ambtenaar. Ik heb regelmatig moeten vaststellen dat rechercheurs in teams daarover gevoelens van jaloezie uitten. De net iets betere kleding, de grotere auto, het gaf vaak aanleiding tot weinig verheffende discussies."
Het oordeel van de AIVD uit 2005 dat de tolk zijn ambtsgeheim heeft geschonden, maakt echter geen einde aan de onrust. Integendeel. Zo'n veertig medewerkers van justitie en politie, waaronder zo'n beetje de hele top van de Nationale Recherche, spreken hun onvoorwaardelijke vertrouwen uit in de tolk en zijn bereid om hem in zijn juridische strijd tegen het oordeel van de AIVD te steunen.
Sommigen zien zelfs een complot waarbij een aantal hoge functionarissen misleidende verklaringen zouden hebben afgelegd. "De AIVD is om de tuin geleid door informanten die tendentieuze verklaringen hebben afgelegd", zo verklaren bronnen op voorwaarde van anonimiteit. "Die tolk moest weg. Ze hebben hem gelubt (bedrogen, red.)."
Het is een explosieve beschuldiging die niemand echter met naam en toenaam voor zijn rekening wil nemen. Precies om die reden heeft advocaat Jurjen Pen, die de tolk bijstaat, de top van het Openbaar Ministerie en de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie om een onderzoek gevraagd. "Het wordt tijd dat wordt vastgesteld of de AIVD onjuist is voorgelicht en ambtenaren hun rechtsplicht hebben geschonden."
Er moet een onafhankelijk onderzoek komen van de Rijksrecherche naar het ontslag van een Turkse tolk die volgens de inlichtingendienst AIVD vertrouwelijke informatie heeft gelekt aan de Turkse autoriteiten.
Dat verklaren oud-officier van justitie Fred Teeven en voormalig hoofd van de Nationale Recherche Johan van Kastel in reactie op publicaties in NRC Handelsblad over de manier waarop de tolk is behandeld door justitie en politie.
Volgens Kamerlid Teeven (VVD), die als officier van justitie met de tolk heeft gewerkt, "kan het niet zo zijn dat iemand op basis van anonieme beschuldigingen praktisch gesproken een beroepsverbod wordt opgelegd". Van Kastel: "Als baas van de Nationale Recherche, een dienst waarvoor de tolk vaak werkte, is mij nooit gebleken dat door hem vertrouwen is beschaamd. Ik ben niet door de AIVD benaderd, en het resultaat van hun onderzoek heeft mij verbaasd. In deze kwestie moet klaarheid komen."
author: 'FRED' | published: 11.09.2013 | updated: 11.09.2013 | comments: allowed
|